Ligging |
De Aytta State bevond zich te Swichum, gemeente Leeuwarden.![]() |
Andere benaming | Boekama State |
Ontstaan | De State komt voor het eerst in de 15e eeuw voor en heet oorspronkelijk Boekama State. |
Geschiedenis |
In de veertiende eeuw komen we in de archieven rond Swichum ook nog "Het Spijk" tegen.
Over "het Spijk" is veel geschreven en gefantaseerd, maar waarschijnlijk ging het hier
om een stuk land of een boerderij, en zeker niet om de naam van een stins, die dan
bewoond zou zijn door de Aytta's. Een hardnekkig misverstand dat steeds weer opduikt.
De Aytta's woonden er wel op states te Barrahuis, Roordahuizum en Wergea. De Aytta’s komen oorspronkelijk uit Reduzum en waren rijke boeren. Veel macht hadden ze in de 15e eeuw nog niet, dat komt later. Rond 1450 vestigt Ferke Aytta, zoon van Folkert, zich op Himriksein onder Wergea. Volgens dr. Abma trouwde hij met Syts Bucho tho Hemrickend en ze vestigden zich naar het zich laat aanzien op haar ouderlijk huis. Hij legt om veiligheidsredenen rond Himriksein grachten en bouwt er een stins. Deze stins lag ongeveer 1 km ten oosten van Swichum, en hoorde tot de grietenij Idaarderadeel. Ferke en Syts kregen vier kinderen: Bucho, Gerbrant, Rintje en Sjouck. Gerbrant kwam te wonen op Aytta State te Roordahuizum. Hij trouwde met Jets Boecama, afkomstig van de gelijknamige state te Swichum. Zij kregen negen kinderen: Bucho, Fercke, Wytse, Folckert, Mints, Swobk, His, Ferck en Auck. Bucho, de oudste, ook Bernardus Bucho genoemd, was eerst pastoor maar werd later raadsman van de Hertog van Saxen en daarna van Karel V. Folckert trouwde met Ydt Wigles Hania uit Weidum. Zij woonden op Barrahuis tot dit in 1515 werd verwoest. Ze kregen acht kinderen: Gerbrant, Wigle (Viglius), Rintje, Seerp, Rints, Mints, Saapck en nog een Gerbrant. Wigle of Viglius van Aytta was een van de belangrijkste en bekendste leden van deze familie. Hij werd in 1543 lid van de Groote Raad van Mechelen, in 1541 was hij al lid van de ‘Geheime Raad’ te Brussel. In 1549 werd hij zegelbewaarder en ridder in de Orde van het Gulden Vlies, de hoogste Bourgondisch-Habsburgse onderscheiding die er bestond. In 1562 tenslotte werd hij proost van de Sint Bavo te Gent. Hij stierf in 1577 te Brussel en is altijd Rooms Katholiek gebleven, waardoor zijn werk aan het hof in latere (protestantse) eeuwen nooit echt naar waarde is geschat. Rond 1500 woonde Bernardus Bucho van Aytta op Aytta State te Swichum. Op 19 april 1573 stierf Gerbrant van Aytta, rentmeester van Groningen en Groninger Ommelanden en van Drenthe, grietman van Wymbritseradeel. Hij woonde vrij zeker op de state en ligt in de kerk van Swichum begraven. ![]() Aytta State werd tot het einde van de 17e eeuw bewoond door de Aytta’s. Rond 1690 was Wiglius Ernestus van Aytta eigenaar en bewoner. Waarschijnlijk was hij de laatste van zijn geslacht, want daarna vererfde het goed op Wybrandus de Laignier die in 1698 als eigenaar wordt vermeld. In 1728 was de state eigendom van Ulbo Aylva van Burmania. In 1773 was de state in handen van de familie Van Cammingha, want in dat jaar verkocht "de heer Cammingha vele bomen van Ayttahuis". Het begin van het einde. Het huis is waarschijnlijk aan het eind van de 18e eeuw gesloopt. Volgens Van der Aa in 1794. Aytta State stond, zoals de meeste Friese states, op een omgracht terrein. In 1786 was de toegang tot het terrein via een dam met een hamei. Vrijwel zeker is deze dam aangelegd bij een modernisering waarbij de poort en de brug zijn verdwenen. Het huis bestond uit een rechthoekig bouwwerk van twee bouwlagen en een schilddak met hoekschoorstenen. Op de tekening van J. Gardenier Visscher uit 1786 is een gebouw te zien met een onregelmatige indeling. Het linker gedeelte heeft een onderkeldering met twee luiken aan de voorzijde en een deurnisje in de zijgevel. Boven de kelder zit een volledige verdieping met Engelse schuifvensters uit de achttiende eeuw in de voorgevel. Op de verdieping zijn aan beide zijden ramen aangebracht. Waarschijnlijk is dit deel van het huis de oorspronkelijke zaalstins. Het rechter gedeelte lijkt niet onderkelderd te zijn en heeft op de benedenverdieping vier kruisvensters van ongelijke breedte van een 16e eeuws model. De verdieping daarboven heeft vrij hoge ramen, waardoor een sterke indruk ontstaat dat dit gedeelte later tegen het rechter gedeelte aan gebouwd is. Door de grote dakkapel in het midden krijgt het huis toch een beetje symmetrie. Achter het huis zijn schuur- en stalachtige gebouwen aangebouwd. Op de tekening is al het beginnende verval te zien. De strook grond aan de voor- en zijkant van het huis is met hoog gras begroeid, terwijl daar oorspronkelijk bestrating zal zijn geweest en een lage kademuur die ondertussen zijn verdwenen. De deur in de zijgevel heeft door de hoogte vanaf de (drassige) grond zichtbaar geen functie meer. Ook lijken er in de zijkant gaten in het dak te zitten en het ooievaarsnest op de rechter schoorsteen duidt erop dat er in dat deel van de state al lang niet meer gestookt werd. Op het terrein tegenover de kerk staat tegenwoordig een kop-hals-romp boerderij die in 1847/1848 gebouwd is. De overwelfde kelder van de oude state zou bij de bouw gehandhaafd zijn. Op de luchtfoto kan men nog duidelijke de vroegere grachten herkennen. Bij de huidige boerderij groeien nog steeds stinzenplanten en het winterakonietje heeft zelfs in het Fries zijn naam de danken aan de Aytta State: het Ayttablomke. Rond 1975 kwam de heer Dijkstra op het spoor van 4 gebrandschilderde raampjes, die in bezit waren van een timmermansfamilie. Binnen deze familie waren de raampjes al van vader op zoon overgeërfd en waren in bezit gekomen van deze familie, doordat een voorvader had geholpen bij de afbraak van Ayttastate in de 18e eeuw!!!!! De raampjes zijn gerestaureerd en bevinden zich nu in het zuidelijke koorvenster van de Hervormde Kerk te Swichum. Ze zijn aangekocht door de Ottema-Kingma Stichting en deze heeft ze in bruikleen aan Swichum gegeven. Op de rampjes zien we een kleurige papegaai, een tulp, een narcis en een glaasje met 'Jr. Aytta van Swichem A 1626'. Deze uiterst zeldzame glaasjes uit het begin van de 17e eeuw zijn niet gesigneerd en we weten dus niet wie ze heeft vervaardigd. Vermoedelijk werden ze gemaakt door een lid uit de kunstenaarsfamilie De Heer uit Leeuwarden. Margareta de Heer (geboren kort na 1600) heeft tientallen prachtige schilderijtjes op paneel en perkament vervaardigd en haar vader Arjen Willems en haar broer Gerrit Arjens oefenden het beroep van glasschilder uit. Van haar vader en broer is geen enkel werk bewaard gebleven, maar de tekeningen op de glaasjes hebben dezelfde stijl als haar schilderijtjes. |
Bewoners |
15e - eind 17e eeuw famile Aytta rond 1500 Bernardus Bucho van Aytta - 1573 Gerbrant van Aytta rond 1690 Wiglius Ernestus van Aytta 1698 Wybrandus de Laignier 1728 Ulbo Aylva van Burmania 1773 familie Van Cammingha |
Huidige doeleinden | Op de plaats van deze state bevindt zich nu een boerderij. |
Opengesteld | Deze boerderij is niet toegankelijk. |
Foto's |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Bronnen |
Tekst: J. Leemburg en Jaap Dijkstra "Stinsen en States, adellijk wonen in Friesland" door Ronald Elward en Peter Karstkarel "De Historie gaat door het eigen dorp" door A. Algra Aarsdrijkskundig woordenboek van Van der Aa Aantekeningen uit het archief van J. Leemburg Aantekeingen van Jaap Dijkstra Afb. 1: Jaap Dijkstra Foto 1 t/m 7: Jaap Dijkstra Afb. 2: Uit het archief van J. Leemburg Afb. 3: Site over de Watergeuzen van M. Tettero Afb. 4: collectie Fries Museum (tekening van J. Stellingwerf) |