Camstra State te Marwird

Ligging Deze Camstra State stond te Marwird onder Wytgaard, gemeente Leeuwarden.

Oude afbeelding van de State uit 1722 van J. Stellingwerf

Andere benaming Bootsma State
Ontstaan Deze Camstra State moet gebouwd zijn na 1547.
Geschiedenis Dit huis werd tenminste vanaf het begin van de 16de eeuw bewoond door een neventak van de Camstra's van Wirdum. Het huis te Wyrdom op Kamstra saeten wordt voor het eerst in 1547 vermeld; als Camstra staten in 1575. Naar latere eigenaars wordt het ook wel Bootsma genoemd.
In haar testament van 1575 bepaalde Kinsck Ropta te Weidum dat naast de eigenaars van Ropta te Metslawier en van Papinga te Weidum die van Campstra staten toe Wirdum de voogdij over het door haar gestichte Tjallinga weeshuis in Westernijkerk zou hebben. Bij haar dood in 1581 werd daardoor Hessel Epes van Bootsma vanwege Camstra voogd.
Hoe Hessel Bootsma aan Camstra was gekomen is niet bekend; 1) mogelijk via de volgende hypothetische verervingslijn. In 1578 werd Rema Gaellema, wonend te Marwirderabueren, als edelvrouw voor 12 caroliguldens aangeslagen. Zij was geboren als Riem Hermana, en achtereenvolgens met Watze Harinxma, Witze Camstra en Hartman Galema getrouwd; zij had geen kinderen. Met haar man Witze (Renicksz) Camstra, een kleinzoon van Feycke Camstra (gest. omstreeks 1539) had zij ook in Wirdum gewoond; in 1547 maakten ze, woonhafftych te Wyrdom op Kamstra saeten, samen hun testament.

Deze Kamstrasaete moet dus niet verward worden met de Kampstrastatten (FC19) bij het dorp, die zich gelijktijdig in handen van een neef Camstra bevond. Bij kinderloos overlijden zouden Witze Camstra's goederen op zijn naaste verwanten moeten vererven. Witze wordt in 1552 nog met zijn wapenrusting vermeld, en stierf in Wirdum in 1555. Zijn broer Wigle was reeds kinderloos overleden, zijn zuster Gaets was non in klooster Aalsum. De naaste verwanten via Camstra waren daardoor de nakomelingen van zijn zuster Frouck Ryencks Kamstra, in 1520 getrouwd met Lywe Siwrds Beyem. Hun dochter Rienckje Beyma was de grootmoeder van Hessel Bootsma.2)

Hessel Epes van Bootsma nam zijn benoeming in 1581 tot voogd van het Tjallinga weeshuis serieus. Dat blijkt wel uit zijn testament van 1608, waarbij hij een fonds van 200 goudgulden stichtte "omme der weesen daer mede ambachten te doen leren".
De state stond afwisselend bekend als Camstra en Bootsma: in 1664 als de edele state Kamstra, in 1698 als Camstra state, in 1718 als Bootsma, en in 1823 en 1850 weer als Camstra. De state en ook de medevoogdij van het weeshuis in Westernijkerk bleven door vererving en verkoop binnen de familie tot 1849 binnen dezelfde verwantschapskring: van de families Van Bootsma, Van Wyckel, Van Jeltinga en Van Sytzama. In 1669 werd bij testament vastgelegd dat het goed nooit verkocht of verdeeld zou mogen worden. Tot 1764 werd het door de eigenaars zelf bewoond. In 1849 - de fideicommissaire bepalingen waren inmiddels niet meer bindend - werd Camstra, incluis het aandeel in de Tjallinga-voogdij, buiten de familie verkocht.
In 1823 wordt Camstra omschreven als een eenvoudige huizinge met schuur. Het herenhuis en de poort waren afgebroken. Alleen het grote hornleger, de wijde grachten en het geboomte op de singel getuigden toen nog van de oude glorie.
Tot zover de heer P.N. Noomen.

In de loop van de tijd kwam de state in handen van de familie Van Sytzama, waarschijnlijk via Anna Epedr. van Bootsma, de overgrootmoeder van onderstaande Fecco van Sytzama. Jonkvrouw Margaretha van Dambitz, geboren op en eigenaresse van Het Roodhuis te Minnertsga, die met haar inmiddels overleden man Jhr. Fecco van Sytzama op Camstra State woonde, sloot in oktober 1721 een zogenoemde ‘wandelkoop’ met Arent van Haersolte die op Klein Hermana te Minnertsga woonde. Daarbij ruilde zij Het Roodhuis dat dicht bij de kerk in Minnertsga stond tegen zes pondemaat van zijn landerijen onder Sexbierum. Op dat stukje land zal vast en zeker een stem gerust hebben en misschien zelfs twee, anders zou de waarde lang niet opgewogen hebben tegen een groot woonhuis in een ruime hof en verdere aan- en toebehoren. Beide bezittingen werden gelijkgesteld in waarde, namelijk 1.200 goudguldens.
Margaretha van Dambitz bleef tot haar dood in 1741 op Camstra State wonen, waarna het huis naar haar jongste zoon Watze Andries van Sytzama ging. Watze was luitenant in het regiment te voet van Willem Hendrik erfprins van Saksen Eisenach. Later werd hij majoor in het regiment van de generaal-luitenant Graf von Lippe Schaumburg. Hij stierf op Camstra/Bootsma State in 1764.

In de protestantse kerk van Wirdum is een prachtige grafzerk aanwezig van Wietse Camstra. De Camstra’s hadden in deze kerk een grafkelder.

1) De door Broos, Tjallinga, 41, voorgestelde eigendomsgeschiedenis in de 16de eeuw is minder waarschijnlijk doordat zij door de gegevens van 1511, 1540 en 1543 niet wordt bevestigd.
2) SFA, s.v. Camstra, Beyma, Bootsma. Met dank aan Y. Brouwers en O. Hellinga voor het ter beschikking stellen van hun aantekeningen.

Bewoners - 1555 Witze (Renicksz) Camstra en Riem Hermana
1555 - ca 1580 Riem Hermana
1581 Hessel Epes van Bootsma
waarschijnlijk Epe van Bootsma
waarschijnlijk Anna Epedr van Bootsma
familie Van Sytzama
1721 Jhr. Fecco van Sytzama en Margaretha van Dambitz
1764 Watze Andries van Sytzama
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Kaartje van States rond Wirdum Aangepaste tekening van de state getekend door J. Stellingwerf (1722)
Deze tekening is zodanig aangepast, dat deze de State laat zien, zoals die er wèrkelijk uit had moeten zien. Stellingwerf werkte veel met een spiegelkast, waardoor de meeste van zijn tekeningen in spiegelbeeld zijn. Op veel tekeningen lijkt het dan ook, dat de zon vanuit het noorden schijnt.
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
Site over de Watergeuzen van M. Tettero
Archief Jan Leemburg
”Ljouwerteradiel” door dr. G. Abma, 1984
Afb. 1 en 2: Van bovengenoemde site
Afb. 3: Archief van J. Leemburg