Canter State te Driezum

Ligging De Canter State stond op Driesumerterp bij Driezum, gemeente Dantumadiel.

Afbeelding van het huis uit 1722 (door J. Stellingwerf?)


Ontstaan Het is mij onbekend wanneer deze state gebouwd is.
Geschiedenis In het "Register van den Aanbreng" uit 1511, het oudst bekende register waarin de eigendom van landerijen en huizen in Friesland is opgetekend, staat vermeld dat Canter State stond "op de terp bij Driesum". Het huis is dan eigendom van Klaas Timens, lakenkoopman en (mede) door zijn huwelijk met Renscke Jacobs Canter, grootgrondbezitter.
Klaas Timens heette van zichzelf waarschijnlijk Hoppers, maar nam de familienaam van zijn vrouw aan, omdat dit een, vooral in Leeuwarden, nogal machtige en rijke regentenfamilie was. Hij staat in het Register van den Aanbreng onder Driesum vermeld als "Canther, Claes Tijmens", maar wordt ook rond Leeuwarden meermalen vermeld als bezitter van landerijen.

Hun enig kind Anna Canter erft de state. Zij trouwt met Jacob Adams, die schepen en raad van het stadsbestuur van Leeuwarden is en daar bovendien ook lange tijd bouwmeester is. In navolging van zijn schoonvader neemt ook Jacob de familienaam Canter aan.
Hun enige dochter (ze hebben ook vier zoons), Lieuwkie Jacobs Canter, wordt eigenaresse van Canter State. Zij trouwt met Joannes van Oosten.
Zowel Lieuwkje als Jan sterven in 1561, respectievelijk 36 en 31 jaar oud. Ze hebben dan net één zoontje, Jacob Canter van Oosten, die in het jaar van zijn geboorte, al eigenaar van de State wordt.

In 1640 zijn de kinderen/erfgenamen van Jacob Canter, hij is in 1630 overleden, eigenaren en wordt de state bewoond door Frans Jacobs Canter. Frans heeft de aandelen van zijn broers en zusters blijkbaar successievelijk opgekocht, want bij zijn dood in 1663 erven alléén zijn kinderen met elkaar de Canter State.
Zoon Franciscus Hendricus Canter bewoont de state samen met zijn vrouw Geertruid Reneman, maar hij is maar eigenaar van eenderde deel. Het andere tweederde deel is eigendom van zijn broer Jacob Nicolaus en zijn zuster Geertruid Canter.

Na de dood van Franciscus erft dochter Anna Clara Canter de state. Zij is getrouwd met Ericus Meyerts van Haersma, eigenaar van Haersma State te Oostermeer. Na de dood van Ericus, hij sterft op de Canter State in 1710, gaat Anna Clara permanent op Canter State wonen en laat Haersma State te Oostermeer aan haar dochter Aurelia, die getrouwd was met haar neef, ritmeester Johannes Petrus Poutsma.
Ericus en Anna Clara kregen drie kinderen. Als Anna Clara in 1724 sterft, is hun oudste dochter Sjoerdtje al overleden en vererft de State op Geertruid van Haersma. Zij is twee jaar eerder getrouwd in Driezum met dr. Titus van Sloterdijck. Hij is raadsheer van het Hof van Friesland van 1721 tot zijn dood in 1744. Zijn weduwe blijft op de State wonen; uit de Tietjerksteradeel informatieboeken blijkt dit ook, want in 1753 woont Geertruid van Haersma, weduwe Sloterdijck op de Driesumerterp (TIE 66 folio 1).

Als Geertruid van Haersma in 1762 kinderloos overlijdt, wordt Canter State eigendom van haar neef Petrus Johannes Poutsma, zoon van haar zus Aurelia. We komen hem in 1775 tegen in de proclamatieboeken als "secretaris van de grietenij Dantumadeel". (TIE 069 folio 241). Hij trouwt in 1748 met Sjoerdtje Arnolds Idsinga en het echtpaar krijgt vijf kinderen: drie zoons en twee dochters. Het lijkt er op dat na de dood van Petrus Johannes in 1780 de State vererfde op de oudste zoon. In 1784 komen we hem in de proclamatieboeken van Tietjeksteradeel tegen: Dr. Arnold Matthijs van Poutsma; advocaat voor het Hof van Friesland, woont op Driesumerterp en 1790 te Dokkum (TIE 070 (1778-1785) side 441). Hij trouwt met Sijke Osinga en het echtpaar krijgt 1 dochter. In 1786 is hij erfgenaam van Hendrina van Idsinga en mogelijk heeft hij zich daardoor in Dokkum gevestigd en de State overgedaan naar zijn jongste broer Petrus Jacobus Poutsma. In de bron die de heer J. Leemburg geraadpleegd heeft staat: Petrus sterft echter kinderloos en laat de State na aan zijn zuster Anna Clara van Poutsma, getrouwd met Johannes van Knijff. Petrus Jacobus sterft ook in 1796 op 33-jarige leeftijd.
Hoewel de state in 1782 bewoond wordt door hun (achter)neef Mr. Adrianus Canter Visscher, blijft Johannes van Knijff eigenaar tot zijn dood in 1839. Johannes zat goed in de slappe was, want in 1817 laat hij het oude huis volledig restaureren en uitbreiden voor een bedrag van maar liefst 40.000 gulden! Daar kon je destijds nog een paar grote boerderijen voor kopen.

Van 1839 - 1855 is hun zoon Petrus Jacobus van Knijff eigenaar en bewoont de state met zijn vrouw Sietske de Cock. Hun 10 kinderen werden waarschijnlijk allemaal op de state geboren, in ieder geval in de gemeente Dantumadeel.

In 1847 biedt Petrus de Canter State te koop aan. Hij krijgt een bod van 5.481 gulden, maar gaat daar niet op in. In 1855 wordt het huis voor afbraak verkocht voor een bedrag van 3.000 gulden.
Bewoners 1511 - 1543 Klaas Tijmens (Canther), getrouwd met Renscke Jacobs Canter
1543 Anna Canter (dochter), getrouwd met en Jacob Adams (Canter)
- 1561 Lieuwkie Jacobs Canter (dochter) en Joannes van Oosten
1561 - 1630 Jacob Canter van Oosten (zoon)
1630 - na 1640 kinderen van Jacob Canter van Oosten
na 1640 - 1663 Frans Jacobs Canter (zoon van Jacob)
Franciscus Hendricus Canter (zoon)
ca 1722 - 1724 Anna Clara Canter (dochter), getrouwd met Ericus Meyerts van Haersma
1724 - 1762 Geertruid van Haersma (dochter), getrouwd met dr. Titus van Sloterdijck
1762 - 1780 Petrus Johannes Poutsma (neef)
1780 - 1828 Anna Clara van Poutsma, getrouwd met Johannes van Knijff
1828 - 1839 Johannes van Knijff (weduwnaar)
1839 - 1855 Petrus Jacobus van Knijff (zoon), getrouwd met Sietske de Cock
Huidige doeleinden Van deze State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Verantwoording Tekst:
Jan Leemburg
Bronnen:
Archief St. Christophorileen tot Oldehove
Historisch Centrum Leeuwarden
Website van Tresoar Genealogie van Gerrijt van Belcum, door J. Leemburg
Archief van J. Leemburg
Afb. 1: T.E. Teunissen; "De Dokkumer Walden.", pag. 71
de heer G. Mast