Epinga State te Pietersbierum

Ligging Epinga stond aan de Hoarnestreek ongeveer halverwege tussen Jeiikker en Gerbranda State, in Pietersbierum, gemeente Franekeradeel.

Overzicht van stinsen en states te Pietersbierum

Andere benaming Epema State, Epinga bij de Jaagakker
Ontstaan De state is vermoedelijk reeds voor 1400 ontstaan.
Geschiedenis Dit huis, in de 15de eeuw woonplaats van de adellijke familie Epinga, werd tussen 1525 en 1546 pachtgoed en verdween als zelfstandig bedrijf geheel tussen 1558 en 1640. De oudste vermelding van het goed is Epinghe in 1506.
Combinatie van genealogische handschriften en historische gegevens leidt tot de volgende reconstructie van de eigendomsgeschiedenis. Hobbe Epinga of Ipema in Pietersbierum zou in de eerste helft van de 15de eeuw met Habel te Nyenhuis - waarschijnlijk dus uit Wynaldum - zijn getrouwd. Hun ene dochter, Suob, trouwde met Wiger Eelsma te Sexbierum; hun andere dochter, Gerlant, met Wlcke Tiepkes Onema alias Douma uit Terkaple. Hun zoon Tiepka Wlkez Epingha van Oenama woonde te Pietersbierum op het principael stamhuys van Epinga state. Deze latere genealogische aantekening wordt bevestigd door contemporaine bronnen: Tyepka Wlkaz to Eepingha sloot samen met de andere Pietersbierumers in 1525 overeenkomst met de Liauckema's van Sexbierum over de Liauckema-molen en in 1511 was hij eigenaar en bewoner: Tyepcke Ypme met 55 pondematen ende mit die hofsteden. In 1546 was het goed door zijn erfgenamen verpacht. In 1552 had de pachter Meyle toe Epynga als krijgsuitrusting een jacke oft harnas ende stalenkraech ofte rinckraech, spyets en degen in huis. In 1558 kreeg Tryn Liauckema bij boedelscheiding een klein stukje land, 1 pondemaat, in Ipinge zaete.
In 1614 en 1615 woonde Hector van Oenema op Epema staate te Pietersbierum. Rond 1616 verhuisde hij naar Franeker en verkocht tegelijk aan Dominicus Meylema, secretaris van Barradeel, en diens vrouw Abigaell de Blocq vier stukken bouwland sampt het hiem, huyssteede ende hornleeger met de geheele grachten van Epema staate met de geboomten ende plantagien daarop staande, grenzende aan de Oude Dijk en aan het kerck- ende lyckpadt van de Olde Dyckstere, dus van de bewoners van de Hoarnestreek. In 1640 was het goed uiteengevallen, zodat het in het stem- en floreencohier ontbreekt.
Desondanks kan Epinga nauwkeurig gelocaliseerd worden door de beschrijvingen van 1506 en 1543. Het lag ten zuiden van de Hoarnestreek, ten oosten van Mernstera (FC11) en ten westen van de Jaagakker met de Hogesteed (FC12). Het goed Jaagakker met de Hogesteed was in 1546 eigendom van Rippert Eelsma, die een zoon was van genoemde Wiger Eelsma en Suob Hobbesdr Ipema. Mogelijk waren beide aangrenzende goederen oorspronkelijk Epinga/Ipema-bezit.
De huisplaats is bij de recente ruilverkaveling intact gebleven en vormt een apart perceeltje in het grote perceel in de zuidelijke hoek van Hoarnestreek/Jeiikker.

Bewoners - Hobbe Epinga of Ipema, gehuwd met Habel te Nyenhuis. Dochter:
- Gerlant, gehuwd met Wlcke Tiepkes Onema alias Douma. Zoon:
- Tiepka Wlkez Epingha van Oenama, eigenaar en bewoner in 1511 en 1525.
- Hector van Oenema verkocht rond 1616 Epema aan:
- Dominicus Meylema, secretaris van Barradeel.
Huidige doeleinden Het terrein is nu akkerland en op Google Earth nog duidelijk herkenbaar doordat het is afgezonderd van een groot perceel akkerland.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Er zijn geen afbeeldingen van de state bekend.
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009