Geschiedenis
|
Iets verder westelijk van Kollumerterp dan Groot Bama vermeldt mr. Andreae
Feytsma Sate. De boerderij op die plaats droeg in 1883 deze naam nog en
was omgeven door grachten en singels.
Na het overlijden van Scipio van Meckama in 1599 was Bocko, zoon van zijn
voorganger Jelger van Feytsma, in 1600 tot grietman aangesteld. Bocko van
Feytsma trouwde in dat zelfde jaar met Haring van Burmania. Blijkbaar was
er voor het jonge paar geen representatieve woning in de buurt beschikbaar.
In het huwelijkscontract van 29 juni 1600 ontving hij daarom van zijn
ouders een “Sate Landts, geleegen bij Collumersyl, groot 70 pdm. met noch
een Sate Landts mede aldaar bij de syl geleegen, groot omtrent 30 pdm.” In
totaal 36,74 hectare, maar dat was niet alles, wan ter is verder vermeld
dat “dese bovengescreven Landen niet gelegen, noch met bequame huisinge
ende hoovinge versien sijn, omme bij de voorn. Jonge luiden selfs naa
haarluyder qualiteit bewoont te worden. Soo hebben wij Jelger van Feytsmx
ende J. Auck van Heerma den voorsz. onsen soon Bocco van Feytsma ende
Haring van Burmania, in plaetse van huysinge mede belooved ende aengenomen
in gereeden gelde op te tellen ende te betalen de summe van twee dusend
gouden guldens eens, van acht ende twintich stuivers ’t stuc” . Ze kregen
dus als huwelijkscadeau niet alleen twee boerderijen, maar ook nog eens
naar 2009 omgerekend een slordige twee miljoen euro om voor zichzelf een
optrekje te laten bouwen. Met dit geld werd inderdaad op de eerstgenoemde
“sate” een representatief huis gebouwd, voorzien van grachten en singels,
waaraan de naam Feytsma State werd gegeven.
Bocko stierf in 1627 en werd in de kerk van Kollum begraven. Zijn weduwe
liet het goed door een meijer (bedrijfsleider) beheren.
Waarschijnlijk is de state kort na de dood van Bocko afgebroken, maar de
poort is nog enkele jaren blijven staan. In 1649 kocht Menno Houwerda van
Meckama, die met een dochter van Bocko getrouwd was, van zijn schoonzuster
Machteld van Roorda, weduwe van Bocko’s zoon Ruurdt van Feytsma “de helft
vant hoornleger, huysinge, schuyre, singell, grafft ende poort, sampt
boomen en plantagie met 62 pdm. land, alles gelegen bij Collumersijl”. In
1690 verkocht Catharina van Burmania, kleindochter van Houwerda van
Meckama, de hele zathe voor 2.145 Caroligulden aan Gosse Eetes, ontvanger
van Kollumerland. Gosse was een kleinzoon van de vroegere meijer van de
sate en bewoonde de boerderij al met zijn vrouw. Hun zoon Folckert Gosses
nam de naam Feytsma aan en stierf in 1739 als procureur-postulant van het
gerecht van Kollumerland.
|
Bronnen
|
Tekst: Jan Leemburg
“Kollumerland en Nieuw Kruisland” door mr. A.J. Andreae, 1883-1885
“De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo,
Kollumerland”, Herma M. van den Berg
Foto 1: “De monumenten…, Noordelijk Oostergo, Kollumerland”
Afb. 1: www.hisgis.nl
|