Gerlewastins te Sexbierum

Ligging De Gerlewa stins stond in het veld ten oosten van de Ottemaleane te Sexbierum, gemeente Franekeradeel.

Kaartje van de stinzen rond de 'Hege Wier'

Andere benaming Gerlue saete, Groot Meckema
Ontstaan Gerlewa wordt voor het eerst in 1324 genoemd.
Geschiedenis Dit goed heette in 1546 Gerlue saete. Gerlewa kende in de late 15de eeuw en daarna geen adellijke bewoning. Evenmin was er toen nog een stins; en ook een stinswier wordt hier niet vermeld. Het wordt opgenomen omdat het de waarschijnlijke woonplaats was van een (ontrouwe) leenman van de graaf van Holland.
Van deze leenman, Elbodus dictus Gerlewa, wordt in 1324 vermeld dat hij met zijn schoonzuster en met andere Sexbierumers grafelijke leengoederen als eigendom had geüsurpeerd (=toegeëigend, KBR). De graaf vroeg de abt van Lidlum, traditioneel bevriend met de graaf, hen tot gehoorzaamheid te brengen en machtigde hem indien dit geen effect sorteerde de goederen aan anderen te geven. Dat Elbodus een aanzienlijk man was, blijkt uit het feit dat hij zijn vrouw zocht in een klein - en ongetwijfeld vermogend - kringetje, en dat hij genoeg geld had om daarvoor in Rome dispensatie te verkrijgen. In 1328 verkreeg namelijk Elbodus de Berum pauselijke ontheffing om te mogen trouwen met Ydika Auerda, hoewel haar beide eerdere echtgenoten met Elbodus in de vierde graad verwant waren.
De eerste maal dat we weer van Gerlewa horen, is in het begin van de 16de eeuw. In 1546 was Schelte Latzema "lantheer"; het was toen een gewone pachtboerderij. In 1552 had de pachter Liuue toe Garlue een rincoller, armstucken, spyets, degen en een bacconyel als wapenrusting in huis.
Gerlewa vererfde vervolgens op de erven van Schelte Latsma van Latsma state te Sexbierum. De eigenaren van 1640, de erfgenamen van Jets Mockema behoorden tot die erven. (P.N. Noomen)

In de gegevens uit het stemkohier van Sexbierum op www.hisgis.nl staat in 1640 als eigenaar vermeld “Ids Meckema erfgenamen”, maar zoals de heer Noomen schrijft dient dat als “Jets Mockema erfgenamen” te worden gelezen. “Wytie Piers weduwe” is dan de gebruikster en we mogen aannemen dat vóór zijn overlijden Oedse Piers zelf pachter was.
Het stemkohier van 1698 en het floreenkohier van 1700 vermelden als eigenaar Pyter Cornelis en als gebruiker Ipe Tieerdts. De boerderij was toen 75 pondemaat groot (27.56 ha.) waarvoor 23 gulden en 5 stuivers floreenbelasting betaald moest worden.
In 1728 is Pieter Cornelis overleden, want dan staan als eigenaren vermeld “Pyter Cornelis Alma erven”. Gerryt Jansen was gebruiker van de boerderij.
Bij de invoering van het kadaster staat de boerderij op naam van Rintje Jans Hofma, landbouwer te Sexbierum.

De heer Noomen schrijft verder:
De localisatie van Gerlewa was niet gemakkelijk. Allereerst verdween de naam na 1546 uit de herinnering. In 1640/1698 werd het, hoewel de eigenaren de erven Mockema waren, Groot Meckema genoemd; dit ter onderscheiding van de naburige boerderij "Klein Meckema" (FC5), die wel eigendom van Meckema's was.1) De naamgeving lijkt in dit geval eerder door de stem-administratie dan door de eigenaren te zijn geschied! Vergelijking van de belendingen van 1546 met het kaartbeeld van 1700 leiden tot deze identificatie, die vervolgens door de eigendomsgeschiedenis wordt bevestigd.
Schotanus (1718) geeft midden in het land tussen Hoarnestreek, de weg Sexbierum-Oosterbierum en de Slachtedijk twee volwaardige "stemdragende plaatsen" aan. De westelijke daarvan was Brantsma (1546, 1698) of het Heech Hiem; 2) de oostelijke Gerlewa. In 1830 vertoonde de kadasterkaart nog een bescheiden boerderij; zo ook de Topografische kaart van 1929. Tegenwoordig is de huisplaats onbebouwd.

1) Zie bij *Ottema onder Sexbierum.
2) Fryske Akademy, systeem Spahr van der Hoek; Veldman, Lânnammen, nr. 583, plaatst echter het Heech Hiem op Gerlewa.

Bewoners - Elbodus Gerlewa, 1324, 1328, gehuwd met Ydeke Auerda
- Schelte Latsma, op Latsma te Sexbierum, eigenaar Gerlue in 1511; hij sterft 1550. Zijn erfgename:
- Jets, trouwt met Ulcke Douma van Oenema, gestorven in 1555.2744 Hun dochter:
- Jel Douma van Oenema trouwt met Syds van Mockema. Hun dochter:
- Jetsck van Mockema, sterft in 1632
- Haar erven zijn eigenaars van Groot Meckema in 1640, gebruikster is “Wytie Piers weduwe”
- 1698 en 1700 Pyter Cornelis eigenaar, gebruiker Ipe Tieerdts
- 1728 Pyter Cornelis Alma erven eigenaren, Gerryt Jansen gebruiker
- 1832 Rintje Jans Hofma
Huidige doeleinden De huisplaats is nu akkerland.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Een overzicht van de stinzen in en bij Sexbierum
Er zijn geen afbeeldingen van Gerlewa bekend.
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuzes “stemkohieren” en “floreenkohier”
Afb. 1: "De Stinzen in middeleeuws Friesland … ", P.N. Noomen
Foto 1: Google Earth