Gratinga State te Almenum

Ligging De state lag in Harlingen aan het huidige Oud Jaagpad.

Foto van het gebouw van het Friesland College op 8 mei 2011

Andere benaming Graetnye, Gratinga saet
Ontstaan Het huis wordt voor het eerst in 1453 genoemd.
Geschiedenis De oudste vermelding van ‘Gratinga’ dateert van 1453; in 1511 is sprake van ‘tho Gratnye’, in 1540 van ‘Graetnye’ en ‘Gratinga saet, landen en fenne’. Een tak van de familie van Birdingaterp of Biniaterp ontleende haar naam aan dit goed.
In 1453 verwierf Upcke Renicks te Hitsum, uit de familie van Birdinga- of Biniaterp, "de state en het bezit Gratinga bij Harlingen (statum et possesionem Gratinganam prope Harlingen) met alle toebehoor en zekere visserijrechten" door koop van Hottie Wilgrips. Aldus het genealogische handschrift van zijn naamgenoot en verre nazaat Upcke van Burmania, die blijkbaar inzage had in de koopbrief.

De eigendom vererfde vervolgens op Upcke Renicks' zoon Rienck van Burmania, zijn kleinzoon Bocke Gratinga alias Burmania en zijn achterkleinzoon Sicke Gratinga, die in 1511 het goed verpachtte. Sicke wordt in 1505 genoemd onder de edelen in Barradeel. Hoewel de Gratinga's hun naam aan deze state ontleenden, hebben ze er waarschijnlijk niet, of niet lang, gewoond. Na Biniaterp waren achtereenvolgens namelijk de stinzen te Hitsum en Hichtum, het Burmaniahuis in Leeuwarden en Unga te Iens de voornaamste woonplaatsen van de eigenaars van Gratinga. In 1511 en 1640 was het goed in gebruik als boerderij. In 1640 eigendom van de overste Liauckema en Aebinga en in gebruik bij Rinnert Oedses, burgemeester van Harlingen en Sybrant Hessels. Voor 1700 waren state en boerderij verdwenen, want in dat jaar vermeldt het floreenkohier als eigenaren “Claes Freercks en Braems erven” met de toevoeging “houtwerven”. De heren gebruikten het perceel zelf samen met Jillis Vermeersch en Alge Lieuwes. In 1832 had Bonifatius Oolgaard hier zijn huis en tuinderij.
De Gratinga's of het Gratingagoed gaven op hun beurt de naam aan de Gratinga- of Grettingabuurt aan de trekvaart naar Franeker. Het land werd in de Nieuwe Tijd deels vergraven ten bate van pan- en tichelwerken.
Bewoners - Hottie Wilgrips verkocht in 1453 Gratinga aan:
- Upcke Renicks te Hitsum, vermeld 1453-1494. Zijn zoon was:
- Rienck Gratinga, wonend op Burmaniahuis in Leeuwarden, hij testeerde in 1494. Zijn zoon was:
- Bocke Gratinga alias Burmania, vermeld in 1504, 1511 en 1517. Hij trouwde (1) met Hilck te Nyenhuis van Wynaldum en (2) met Sitke Sitses Camstra. Waarschijnlijk uit het eerste huwelijk:
- Sicke Gratinga, in 1511 eigenaar van Gratinga
- in 1640 waren de overste Liauckema en Aebinga eigenaars
- in 1700 Claes Freeks c.s.
- in 1832 Bonifatius Oolgaard
Huidige doeleinden Op het voormalige staterrein is een opleidingsinstituut gevestigd.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Delen van bovenstaande tekst zijn met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website hisgis.nl, tab "Kaartlagen", keuze "Stinzen Fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
Foto 1: Jan Leemburg