Geschiedenis
|
In Oudega heeft vroeger een Stins gestaan, die in bezit was van de hoofdeling van de
grietenij Smallingerland. Verder is hierover niets bekend. Ook niet of deze stins
de voorganger is geweest van deze State.
In elk geval stond er in 1638 een Zathe, die eigendom was van het Benedictijner
Nonnen-klooster te Smalle Ee. Sinds de hervorming waren de goederen van het Klooster
eigendom van De Staten van Friesland. Deze besloten in 1638 enkele Zathen te verkopen.
In 1646 koopt Aulus (Alle) van Haersma, grietman van Smallingerland, koopt dan
deze boerderij met landerijen. Aulus van Haersma was getrouwd met Catharina van
Scheltinga en zij woonden op Haersma State, gelegen aan de Sânbuorren, ten oosten van
de Hervormde Kerk.
Later besluit het echter ten behoeve van hun zoon Arnoldus (Arent), "Groot-Haersma
State" te bouwen. Waarschijnlijk heeft de bouw in de jaren 1664 en 1665
plaatsgevonden, want in de Schotanus-atlas (uitgave 1664) komt de State nog niet voor.
Wel komt de State voor in de Schotanus-atlas, die uitgegeven werd in 1718.
Na de bouw van de State wil men de toegang tot het huis verfraaien. Om dit te bereiken
was echter wel de medewerking nodig van de boeren uit Oudega, Nijega en Opeinde, die
recht van gebruik van de Heawei hadden. In oktober 1666 pleegde Arnoldus van Haersma
daartoe overleg met de betrokken boeren. Hij stelde hun voor om het eerste stuk van de
Heawei, dat toen begon waar nu het gebouw van de Gereformeerde Kerk staat en schuin
naar "Groot Haersma-State" liep, te verleggen. Men kwam hierover tot een accoord en zo
ontstond de Skeane Heawei.
De familie Haersma was het belangrijkste geslacht in deze omgeving en speelden een
grote rol in de ontginning van het land. De State is altijd in bezit gebleven van
deze familie. Als in 1839 Sybrand van Haersma sterft, hij was grietman van
Achtkarspelen, sterft de familie Van Haersma uit. De State met bijbehorende gronden
komen in bezit van drie leden uit de familie Van Vierrsen. Zij besluiten alles in
1841 te verkopen. Het slot werd afgebroken en door notaris Jan Gelinde van Blom
werd het landgoed in 8 percelen verkocht.
Deze State was een typisch 17e eeuws gebouw: Het bestond slechts uit één bouwlaag en
werd gedekt door een hoog zadeldak tussen trapgevels. In het midden van de hoofdgevel
bevond zich de ingang versierd met pilasters, met links en rechts ervan 3 ramen.
Op het dak stonden drie schoorstenen met decoratieve korven en windwijzers.
De State stond op een omgracht terrein, waarop zich naast het hoofdgebouw ook nog een
schuur en enkele bijgebouwen bevonden.
In de naaste omgeving van de State was veel bos en waren er brede lanen en singels met
hoog gekruinde eikenbomen aangelegd. Veel is daar niet meer van over, maar enkele
namen herinneren daar nog aan: "Nuteboskje", "De Keukentün" en "De Bosk".
|