Groot-Oenema State te Wirdum

Ligging De Groot-Oenema State stond onder Wirdum, gemeente Leeuwarden.

Oude afbeelding met daarop de boerderij van 1848

Andere benaming Groot-Cammingha, Cammingha
Ontstaan Het slot wordt voor het eerst in 1436 genoemd.
Geschiedenis In de ’Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; veertiende deel; vervattende het vervolg der beschryving van Friesland’ worden onder Wirdum de volgende states vermeld: "Onder dit dorp lagen van ouds zeer veel Adelyke Staaten, als Unia, Kamstra, Juwsma, Kamminga, Oenema en andere." En: "Kamminga is nog, tot in onze dagen, door dit geslagt bewoond geweest; doch Oenema State is overgegaan in de familie van Burmania."
De geschiedenis van Oenemastate is boeiend, maar ingewikkeld. Er zijn namelijk twee states (of stinsen) geweest. Groot Oenema werd ook wel Camminghastate genoemd. Deze state, het slot met de daarbij behorende gebouwen, stond het noordelijkst en lag aan de oude Middelzeedijk, thans de Brédyk. Vroeger markeerde een poort de toegangsweg, waarvoor een ophaalbrug lag. Het slot was omgeven door een brede grachtensingel.

Het is een groot slot geweest met twee vleugels, een menigte grote kamers en een huiskapel. In 1436, het slot is dan vermoedelijk al zeer oud, woonde er ene Wytze Oenema met zijn vrouw His Sjaerdema. Zij hadden vier kinderen, namelijk Feijcke, Oene, Wick en Tieth. Ongetwijfeld is de naam van het slot afkomstig van deze familie.
Oene Oenema verloor het leven in 1463 nabij Irnsum in de zogenaamde Donia-oorlog, één van de veldslagen in de strijd tussen de Schieringers en Vetkopers. Oene’s zus Wick trouwde met Watzes Abbes Dekema. Hun nazaten, die de naam Cammingha hadden aangenomen, hebben steeds op de state gewoond. De tweede zuster, Tieth, huwde Jelger Feytsma thoe Jelgersma. Dit echtpaar en hun kinderen bewoonden de zuidelijke state, die we als Oud- of Klein-Oenema State kennen.

In 1560 is de state eigendom van Watze van Cammingha. De beroemde generaal Wytze Watze van Cammingha woonde in 1584 op de State. Hij was de man van de 12 W’s: “wie wil weten waar Wytze Watze woont, Wytze Watze woont west Wirdum”. Hij stierf in 1612.
In 1653 ontving zijn zoon Watze Wytze de apostolische vicaris Zacharias Metz op Cammingha State, want de Cammingha’s waren en bleven Rooms Katholiek. Het zijn in hoofdzaak de Cammingha’s geweest die ervoor hebben gezorgd dat de RK parochie van Wijtgaard na de Reformatie is blijven bestaan. In 1755 werd deze familie, met steeds een Wytze Watze of Watze Wytze aan het hoofd, ook eigenaar van Oud- of Klein-Oenema State.

Een dochter van de in 1764 overleden laatste Watze Wytze van Cammingha schonk twee zilveren armkandelaars aan de kerk van Wijtgaard. Die worden nu in het Fries Museum bewaard. Dan is het einde van de state eigenlijk al in zicht. In april 1793 houdt Adriaan Speijart de Woerde uit pure armoede boelgoed op Cammingha State, waarbij hij onder andere 6 originele schilderijen van Margaretha de Heer verkocht. Toch heeft het huis de periode overleefd van de Franse overheersing, waarin veel oude stinzen, states en buitens zijn gesloopt wegens gebrek aan geld òf gebrek aan bouwmaterialen(!). In 1821 kocht timmerman Rondema van Sneek voor ca. ƒ 4.000 de oostelijke vleugel van het huis met de “aanzienlijke stalling” en de grote schuur op afbraak. Ook de poort werd toen afgebroken. Het resterende bezit was na 1821 in handen van Tjalling Minne van Asbeck en zijn vrouw Susanna Barbara van Cammingha, de schoonouders van Reinier baron van Middachten.
Hoe het precies zit, zou verder uitgezocht moeten worden, maar in de proclamatieboeken (TIE 69 filio 40) komen we in 1772 "Vrouwe Susanna Barbera van Asbeck geboren van Cammenga in desen gesterkt met haar man Jonkheer Tjalling Minne Watse van Asbeck wonende te Wirdum en gelastigde van zijn hoogwelgeboren Heer Schoonbroeder Jonkheer Dominicus Vitus van Cammenga te Wirdum" tegen. Mogelijk hebben ze heel wat jaren op de State gewoond. Het gespaarde deel van het huis werd na 1821 bewoond door R. de Boer.

In 1909 ging opnieuw een deel van het huis tegen de vlakte en het restant van het eens zo roemrijke slot van de Oenema’s en de Cammingha’s is in 1920/’21 gesloopt, de grachten zijn toen gedempt en het land behoorde vanaf dat moment bij de Oud-Oenema State.
De uitbouw van de kerk te Wirdum is de begraafkapel van de Oenema’s en de Cammingha’s geweest. Ook zal het familiealtaar hier hebben gestaan.
Bewoners 1436 Wytze Oenema en zijn vrouw His Sjaerdema
tot 1463 Oene Oenema
1463 Wick Oenema en Watze Abbes Dekema
familie Cammingha
- 1584 Watze van Cammingha (overl. 1576), getrouwd met Frouck van Haerda (1526 - 1584)
1584 - 1612 Wytze Watze van Cammingha
1612 - na 1653 Watze Wytze van Cammingha
1793 Adriaan Speijart de Woerde
1821 Tjalling Minne van Asbeck en zijn vrouw Susanna Barbara, de laatste Van Cammingha
Reinier baron van Middachten
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Kaartje van States rond Wirdum Schilderijen van Watze van Cammingha en Frouck van Haerda (16e eeuw) Dezelfde afbeelding als afb. 2. Nu in kleur, komt uit Verkade album uit 1918
Bronnen Tekst: Website Historisch Centrum Leeuwarden: Dorpen in Leeuwarderadeel
"Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; veertiende deel; vervattende het vervolg der beschryving van Friesland"
”Ljouwerteradiel” door dr. G. Abma, 1984 Afb. 1: Jaap Dijkstra
Afb. 2: Site over de Watergeuzen van M. Tettero
Afb. 3 en 4: Jaap Dijkstra