Groot Westa State te Pietersbierum

Ligging Bij Hornestreek 25, de state lag tussen de huidige boerderij en de Roptavaart, bij Pietersbierum, gemeente Franekeradeel.

Overzicht van stinsen en states te Pietersbierum

Andere benaming Cronenburgh
Ontstaan Groot Westa heeft zich in de 16e eeuw nog ontwikkeld tot edele state.
Geschiedenis In Pietersbierum lagen in de 13de of 14de eeuw verschillende stinzen. De wieren bij Jongema, Heslinga en Liuwema herinnerden in later eeuwen daar nog aan. Hottinga is het enige huis dat in de 15de eeuw in een militaire context wordt genoemd. Het huis van de Marnstra's wordt in 1506 als stins aangeduid. Verder woonden rond 1500 edellieden op Epinga, Fetza en Heslinga. Naast de genoemde zeven middeleeuwse adelshuizen ontwikkelde in de 16de eeuw de sate Groot Westa zich nog tot edele state.

In 1511 was Westa een pachtboerderij, eigendom van verschillende personen. In 1546 was Jacob Gerritsz van Cronenburgh alias van Schagen, chirurgijn te Harlingen, en stammende uit een bastaardtak van Holland, de eigenaar. Hij trouwde met Bauck van Adelen uit Sexbierum. Hun zoon Gerrit en hun kleinzoon Jacob van Cronenburgh toe Westa woonden te Pietersbierum. De weduwe van de laatste, Josina van Aysma, was in 1640 bewoonster en eigenares. Op de kaart van Schotanus van 1664 was Cronenburgh een edele state. In 1683 was sprake van land alwaer de staten groot en Klein Westa off Cronenburgh gestaen hebben met een gestoelte tot Pietersbierum in de kerck. In 1718 een gewone boerderij.
Tot zover de heer P.N. Noomen.

Het stemkohier van 1640 vermeldt “Juffr. Jusina van Aysma, uit naam van haar zoon”. Jacob van Cronenburgh en Joostje van Aysma, zij overleden 31 aug 1647, hadden blijkbaar een zoon die eigenaar was van Westa, maar diens naam heb ik nog niet kunnen achterhalen.
In 1698 is Grietman Van Goslinga eigenaar die het verpacht aan Jacob Sjoerds.
In 1728 vinden we als gebruiker boer Jan Symons, de eigenaren zijn ons al bekend van andere states “Suffridus Westerhuys en zijn vrouw, als kopers”. Ze hadden toen de state dus recent gekocht, maar waren nog niet zeker van hun status als eigenaren want er staat in het stemkohier bij vermeld “Geniaard door de vrouw van grietman Haersolte, waarover wordt geprocedeerd”. Net als bij Mernstera was Jetske Maria van Grovestins, echtgenote van grietman Arend van Haersolte ook hier naastligger en kon op grond van het recht van naaste proberen de verkoop naar zich toe trekken. Daarvoor moest ze dan wel flink in de buidel tasten en de kans is groot dat dáár de gerechtelijke procedure over ging. Ook in dit geval is mij de uitslag van het proces niet bekend.
In 1832 was het eigendom van de Harlinger koopman Jan Sikkes IJsenbeek die ook eigenaar was van het aan de overzijde van de vaart gelegen Ropta State.

Bewoners 1546-1572 Jacob Gerritsz van Cronenburgh alias van Schagen. Diens zoon:
1615 Gerrit van Cronenburgh. Zijn zoon:
1632 Jacob van Cronenburgh toe Westa. Diens weduwe:
1640 Josina van Aysma
1698 “Grietman Goslinga” eig., gebruiker Jacob Sjoerds
- 1728 Suffridus Westerhuys en zijn vrouw Titia Bogarda òf Jetske Maria van Grovestins, echtgenote van Arend van Haersolte, Grietman van Barradeel.
1832 Jan Sikkes IJsenbeek
20e eeuw
fam. Klaas van der Schaaf, liet huidige boerderij bouwen in 1927
fam. D. van der Schaaf
fam. T. de Witte
fam. A. de Witte
Huidige doeleinden Het terrein waar de state heeft gestaan is nu akkerland.
Opengesteld De boerderij naast het terrein wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk.
Foto's Foto van de boerderij op 25 april 2010; in het veld op de voorgrond heeft de state gestaan
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
Stamboom Griffioen Koster
“De boerepleatsen en gerniershuzen út it âlde Barradiel”, K. Swart en G. Vogel, 1996
Foto 1: Google Earth
Foto 2: Jan Leemburg