Grovestins te Hurdegaryp

Ligging De stins stond in Gaastmaburen onder Hurdegaryp, gemeente Tytsjerksteradiel.

Tekening van de Stins door J. Stellingwerf uit 1722

Ontstaan De stins dateert uit de 14e eeuw, waarschijnlijk 1398.
Geschiedenis Zoals alle stinsen, was de Grovestins een torenachtig bouwwerk van grote bakstenen. Het gebouw stamde uit de veertiende eeuw en erg leek op de Schierstins te Veenwouden.
Waarschijnlijk heeft de stins van oorsprong een andere naam gehad, maar welke naam dat geweest zou kunnen zijn, is onbekend. Misschien hebben de Hoitsma's of Jaerla's er gewoond. De familie Van Grovestins was tot 1676 eigenaar van de stins. In dat jaar verkoopt Oene van Grovestins de stins met de boerderij en het land aan raadsheer Willem van Vierssen.
Door vererving komt de stins nog in bezit van de familie Glinstra, maar uiteindelijk brandt de stins door blikseminslag af in 1829 en wordt enkele jaren later afgebroken.

In 'De Tegenwoordige Staat van Friesland' uit 1876 staat "weleer [stond] in de buurschap Gaastmaburen de state Groustins, waarvan nu alleen de stins nog in wezen is".
Op een tekening van Jacob Stellingwerf uit 1722 zien we echter alleen een torenstins, en geen gebouw dat een State geweest zou kunnen zijn. Het was een eenvoudig torenachtig bouwwerk met een zadeldak tussen tuitgevels. De raamopeningen waren onregelmatig in de muren geplaatst en op de begane grond zat een omlijste deurpartij.

In de Friese Volksalmanak uit 1837 noteerde D. van der Meer een aantal jaren na de sloop zijn herinneringen aan de torenstins. Het gebouw zou in 1398 tot stand zijn gekomen, getuige een jaarsteen die hij in het gebouw had opgemerkt. De hoogte bedroeg zo'n 15 tot 18 meter en op de rechthoekige plattegrond had de toren een buitenwerkse oppervlakte van 8 bij bijna 6 1/2 meter. De muren waren beneden ruim 1,20 meter dik; helemaal boven was de muurdikte afgenomen tot ongeveer 30 cm. Aan de noordzijde zat een zware, met ijzer beslagen deur. Achter die deur voerden twee trappen naar een portaal, waarachter de overwelfde kelder zat.
Hierboven zaten drie vertrekken boven elkaar, alle van binnen afgewerkt met groene, gele en rode estrikken. Het onderste vertrek had een tegelvloer, het tweede een houten, maar dat had wel weer een stenen overwelving, net als bij de Schierstins. Elk van de vertrekken werd verlicht door ramen die onregelmatig geplaatst waren.
Bewoners - 1676 familie Van Grovestins
- 1676 Oene van Grovestins
1676 Willem van Vierssen
familie Glinstra
Huidige doeleinden Van de stins is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Tekening van de Stins door D. van der Meer uit 1837
Bronnen Tekst: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Afb. 1: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992