Ligging | Helbadastins stond aan het eind van de huidige Bongaloane te Ferwert, gemeente Noardeast-Fryslân. |
Andere benaming | Albada state |
Ontstaan | De eerste historische vermelding dateert van 1418. |
Geschiedenis |
Helbada-state, in 1540 toe Hilbada en later vaak Albada genoemd, was al
rond 1500 geen stins meer. Het is een mooi voorbeeld van een huis waar
de familie in mannelijke lijn uitstierf, de stins in vrouwelijke lijn in
andere families vererfde en daardoor als boventallig in een gewone
pachtboerderij werd veranderd. De herinnering aan de oude familie Helbada
bleef in genealogische handschriften en in de fantastische
geschiedschrijving van de 16de eeuw bewaard. Over de Helbada's werd in het midden van de 16de eeuw een geheel op fantasie berustend verhaal over een vete met de Ropta's van Metslawier en de Cammingha's opgetekend. In 1297 en 1298 zouden zij bij Ferwerd en Hogebeintum slaags zijn geraakt. Eveneens in het midden van de 16de eeuw interpreteerde Sibrandus Leo de toenaam van Saspurga de Hasoeba, rond 1240 vrouw van de vermaarde edelman Wibrand Kempinga (Cammingha) van Camminghaburen, als de Helbada. 1) De eerste historische vermelding dateert van 1418. Botto Halbada te Ferwerd en zijn zwager of schoonzoon 2) Gherbeth Kammyngha waren toen "eeheren" (rechters) te Ferwerd. In die hoedanigheid bevestigden ze samen met grietman Youwernd Bottyngha (Botnia) de Roorda's van Genum in de eigendom van land onder Hogebeintum. In 1422 sloot Botto zich als Vetkoper bij het hoofdelingenverbond aan, tegelijk met de Schieringer Gerbeth Cammingha. Een dochter van Botte, Frouck Helbada, trouwde met Jeppe Kampaz Jeppema te Westernijkerk. In 1437 vertegenwoordigde Jeppe Botte Halbada in een geschil met het klooster Klaarkamp; het ging om verschillende zaken, zoals een erfeniskwestie, grondbezit, sluisonderhoud, een oude "kloosterprebende" en verschillende gevallen van "roof". Mogelijk was deze Botte Helbada van 1437 een jongere Botte; hij zou dan Jeppes zwager geweest kunnen zijn. Ook in 1454 komt namelijk nog een Botto Halbada voor. Namens de grietenij Ferwerderadeel sloot hij in dat jaar een verbond met de stad Bremen. Uit de verdere eigendomsgeschiedenis van Helbada state blijkt dat hij geen nageslacht had. 3) In een tweede huwelijk hertrouwde zijn zuster Frouck Helbada namelijk met Ernst Unema te Blija. In 1511 was Helbada eigendom van nakomelingen uit dit huwelijk nl. (kleinzoon) Jancke Wnema, Rynts (Foppinga, weduwe van kleinzoon Sipt Unema alias) Jeppema en Tiepka Goslinga (gehuwd met kleindochter Frouck Unema). Door aankoop verwierf Jancke Unema naderhand geheel Helbada-state. In 1543 behoorde een rente uit dit goed tot de pastoralia, waar echter een proces over liep. In 1581 trok de pastorie huur uit mieden bij Helbada. In 1761 kocht de weduwe van Lieuwe Taekles het goed. De verkopers hadden het ontvangen bij legaat van Philippus van Vierssen, gekocht van Assuerus en Johan Vegelin van Claerbergen en van de kinderen van J. A. Schorer. Philippus was de zoon van Gijsbert van Vierssen wiens weduwe en erven eigenaren waren volgens het stemkohier van 1698. In 1761 was het goed verhuurd aan de 'bijsitter' F.J. Wijmstra, die met de dochter van de weduwe Taekles trouwt. Dit echtpaar woonde op de state tot zijn dood in 1774. Door huwelijk van hun dochter kwam het goed in handen van de familie Looxma, die de boerderij in de 19e eeuw verpachtte. Al rond 1500 zal Helbada een gewone boerderij zijn geweest; ook in 1511, 1540 en van 1640 tot 1987 was dat het geval. Op de ligging van Helbada niet ver van Hogebeintum doelde in de 16de eeuw het verhaal over de fictieve vete van de Helbada's in 1297. Het archeologisch beschermde terrein onderscheidt zich nog door de verhoogde ligging en de grachten. 1) Noomen, "Cammingha", 73. Van het Ferwerder Helbada state stamt de adellijke familie Helbada, bij het Ternaarder Helbada state lag in de Nieuwe Tijd nog een stinswier. Vanwege de Mariengaarder context en de bekendheid van de adellijke familie dacht Sibrandus Leo waarschijnlijk aan Helbada te Ferwerd. 2) Doedt Bottesd Helbada trouwde met Gerbeth Cammingha te Ferwerd. Zie Cammingha State te Ferwerd. 3) Behalve de Cammingha's en Mockema's (Cammingha te Ferwerd), Jeppema's en Unema's (Helbada te Ferwerd) rekenden ook de Bolta's en Eysinga's (Bolta te Holwerd) de Helbada's van Ferwerd tot hun voorouders: UvB, sub Eysinga: "deze Tialingh was de zoon van Inte Bolta uit Fokel Helbada te Ferwerd". |
Bewoners |
- 1418, 1422 Botto Halbada - 1437, 1454 Botte Halbada jr. - Frouck Helbada gehuwd met Ernst Unema - Feyo Unema en Oentse Unema - 1511 Jancke Oentsez Wnema; Rynts Foppinga, wed. Sipt Feyez Unema alias Jeppema; Tiepka Goslinga, gehuwd met Frouck Feyes Unema gez. eigenaren - Jancke Unema eigenaar van het geheel - 17e eeuw Gijsbert van Vierssen - 1698 weduwe en erven van Gijsbert van Vierssen - 1761 weduwe Lieuwe Taekles eig.; verhuurd aan de 'bijsitter' F.J. Wijmstra en zijn echtgenote - fam. Looxma |
Huidige doeleinden | Op het terrein staat een grote boerderij Albada geheten. Het verhoogde terrein is als archeologisch monument beschermd en kan een laat middeleeuws stinsterrein zijn. |
Opengesteld | Boerderij en stinsterrein zijn niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Jan Leemburg P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, Ferwerderadeel, 1981 A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1955 |