Kingma State te Zweins

Ligging Deze State stond ten zuiden van Zweins bij de trekvaart Harlingen-Leeuwarden, gemeente Franekeradeel.

Tekening van de State door Albert Martin van voor 1864

Ontstaan De State wordt voor het eerst genoemd in de eerste helft van de 17e eeuw, maar is van oudere datum.
Geschiedenis Saeckle van Kingma koopt in de eerste helft van de zeventiende eeuw deze State. Na zijn dood erft zijn Ignatius de State, die in 1700 sterft. Door vererving komt de State eerst in bezit van Zachaeus van Ghemmenich en daarna van de familie Van Beyma.
Uit laatst genoemde familie probeerden Julius Matthijs van Beyma (1721 - 1801) en zijn vrouw Petronella van Idsinga in 1758 grietman van Franekeradeel te worden. Zij hadden in verschillende grietenijen stemmen gekocht en waren uiteindelijk in zes grietenijen en dertien dorpen stemgerechtigd. Hun inspanningen mochten echter niet baten, want de grietmansverkiezing in Franekeradeel verloren ze. Ook in 1776 mislukte het om grietman van Barradeel te worden; in hun plaats werd Jan van Echten door de stadhouder benoemd tot grietman. Dat de stadhouder een nieuwe grietman koos, was sinds 1748 geregeld in het Reglement Reformatoir; daarvoor werd deze altijd aangesteld door de Gedeputeerde Staten.

Hun zoon Coert Lambertus van Beyma probeerde in 1785 grietman te worden van Franekeradeel, maar ook dit mislukte. Dit had tot gevolg dat hij zich definitief van de stadhouder afkeerde en in 1787 leider van de Patriotten werd, die de macht van de stadhouder bij de benoeming van grietmannen wilde terugdringen.
De zoon van Coert Lambertus, Jhr. Julius Matthijs van Beyma, erfde de State. Hem lukte het wel om in 1825 grietman van Franekeradeel te worden. Zijn afstammelingen noemden zich Beyma thoe Kingma en bewoonden Kingmastate tot 1847, waarna het gebouw in 1864 afgebroken is.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland wordt de State in 1786 als volgt omschreven: 'ook de cingel eindigt van de aanzienlyke State Kingma, weleer Kinjum, die voor deezen, volgens Winsemius, galg en rad voerde. Deeze plaats is nog heden in wezen, en bestaat uit een zeer schoon gebouwen hovinge, heden in eigendom toebehoorende aan den Wel Ed. Geb. Heere J.M. van Beima thoe Kingma.'
Kort voor de afbraak in 1864 tekende Albert Martin de Kingma State. Op deze afbeelding is de romantisch-landschappelijke aanleg van het gebied rond de State en de door bomen om zoomde singel goed te zien. De State zelf staat wat klein en verstopt afgebeeld.

De State bestond uit twee evenwijdige vleugels, die versprongen waren ten opzichte van elkaar. De twee vleugels hadden topgevels en werden gedekt door zadeldaken. De State had twee bouwlagen en was zeven ramen breed. De ingang was in het midden van de voorgevel aangebracht, met links en rechts 3 ramen. De daklijst had een geblokte vorm en het lijkt alsof de State gepleisterd is. Het is niet bekend wanneer dat gebeurd is, maar mogelijk heeft er nog een verbouwing plaatsgevonden in 1825, toen de bewoner grietman van Franekeradeel werd. Zekerheid hierover kunnen we niet krijgen, ook omdat de tekening onduidelijk is.
Bewoners 17e eeuw Saeckle van Kingma
- 1700 Ignatius van Kingma
1700 Zachaeus van Ghemmenich
familie Van Beyma
- 1801 Julius Matthijs van Beyma
1801 Jhr. Julius Matthijs van Beyma
- 1847 familie Van Beyma thoe Kingma
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Afb. 1: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992