Geschiedenis
|
Saeckle van Kingma koopt in de eerste helft van de zeventiende eeuw deze State.
Na zijn dood erft zijn Ignatius de State, die in 1700 sterft. Door vererving komt
de State eerst in bezit van Zachaeus van Ghemmenich en daarna van de familie Van
Beyma.
Uit laatst genoemde familie probeerden Julius Matthijs van Beyma (1721 - 1801) en
zijn vrouw Petronella van Idsinga in 1758 grietman van Franekeradeel te worden. Zij
hadden in verschillende grietenijen stemmen gekocht en waren uiteindelijk in zes
grietenijen en dertien dorpen stemgerechtigd. Hun inspanningen mochten echter niet
baten, want de grietmansverkiezing in Franekeradeel verloren ze. Ook in 1776 mislukte
het om grietman van Barradeel te worden; in hun plaats werd Jan van Echten door de
stadhouder benoemd tot grietman. Dat de stadhouder een nieuwe grietman koos, was
sinds 1748 geregeld in het Reglement Reformatoir; daarvoor werd deze altijd
aangesteld door de Gedeputeerde Staten.
Hun zoon Coert Lambertus van Beyma probeerde in 1785 grietman te worden van
Franekeradeel, maar ook dit mislukte. Dit had tot gevolg dat hij zich definitief van
de stadhouder afkeerde en in 1787 leider van de Patriotten werd, die de macht van de
stadhouder bij de benoeming van grietmannen wilde terugdringen.
De zoon van Coert Lambertus, Jhr. Julius Matthijs van Beyma, erfde de State. Hem
lukte het wel om in 1825 grietman van Franekeradeel te worden. Zijn afstammelingen
noemden zich Beyma thoe Kingma en bewoonden Kingmastate tot 1847, waarna het gebouw
in 1864 afgebroken is.
In de Tegenwoordige Staat van Friesland wordt de State in 1786 als volgt omschreven:
'ook de cingel eindigt van de aanzienlyke State Kingma, weleer Kinjum, die voor
deezen, volgens Winsemius, galg en rad voerde. Deeze plaats is nog heden in wezen,
en bestaat uit een zeer schoon gebouwen hovinge, heden in eigendom toebehoorende aan
den Wel Ed. Geb. Heere J.M. van Beima thoe Kingma.'
Kort voor de afbraak in 1864 tekende Albert Martin de Kingma State. Op deze
afbeelding is de romantisch-landschappelijke aanleg van het gebied rond de
State en de door bomen om zoomde singel goed te zien. De State zelf staat wat klein
en verstopt afgebeeld.
De State bestond uit twee evenwijdige vleugels, die versprongen waren ten opzichte
van elkaar. De twee vleugels hadden topgevels en werden gedekt door zadeldaken.
De State had twee bouwlagen en was zeven ramen breed. De ingang was in het midden
van de voorgevel aangebracht, met links en rechts 3 ramen. De daklijst had een
geblokte vorm en het lijkt alsof de State gepleisterd is. Het is niet bekend wanneer
dat gebeurd is, maar mogelijk heeft er nog een verbouwing plaatsgevonden in 1825,
toen de bewoner grietman van Franekeradeel werd. Zekerheid hierover kunnen we niet
krijgen, ook omdat de tekening onduidelijk is.
|