Latsma State te Sexbierum

Ligging De Latsma State ligt aan de Latsmaleane 1 te Sexbierum. gemeente Franekeradeel.

Een overzicht van de stinzen in en bij Sexbierum

Andere benaming Latzema zaete, Latzema staten
Ontstaan De state wordt indirect reeds begin 15e eeuw vermeld.
Geschiedenis Latsma wordt in de Middeleeuwen niet expliciet als stins genoemd. Deze state is hier opgenomen vanwege de adellijke bewoners: mogelijk reeds in de vroege 15de eeuw, en in ieder geval in de 16de eeuw. De naam kwam - indirect - reeds aan het begin van de 15de eeuw voor in de familienaam Laetkama of Latkama en in 1511 in de naam van de pachter Gerit Latzema; in 1546 heette het goed Latzema zaete en staten.
Met de bewoners van de naburige belangrijke stins Liauckema bestonden vanouds hechte banden. Reeds eind 14de, begin 15de eeuw wijst de afwisselende naam Latkama of Lawkoma erop dat Latsma's en Liauckema's aanvankelijk één en dezelfde familie waren; ook in het midden van de 16de eeuw was er nog van een nauwe relatie tussen beide families sprake. In het begin van de 16de eeuw woonde hier Schelte Andla Latsma, die in 1546, '49 en '50 testeerde. Zijn verwantschapskring bestond deels uit kleine hoofdelingen (uit takken van de families Douma van Oenema, Hettinga, Aylva), deels uit eigenerfden (onder anderen de familie van Grutte Pier). Hij liet zijn state na aan zijn nicht Jets Abbe Gerlofsdr en bedacht in zijn testamenten ook de kerk en de armen.
Jets Abbe Gerlofsdr bewoonde Latsma met haar eerste man Wlcke Douuama of Oenema; hij had in 1552 een olt harnas, harnas, rinc- oft stalenkraech, spyets, slachsueert, degen en een bacconyel als wapenrusting in huis, maar geen armstukken. Na Wlckes dood in 1555 hertrouwde Jets met Schelte Aylva, waardoor Latsma in de familie Aylva vererfde.
1) In 1640 was het goed verpacht.

Over het uiterlijk van Latsma als adellijke state is geen informatie bekend. Het wordt in 1546 als zaete, staten, huyssteedt, huys ende hoff aangeduid. In 1621 wordt de ligging aangeduid als tusschen de staeten van Lyauckama ende die van Adelen. In 1718 en ook tegenwoordig nog ligt rond de state en de aangrenzende hof een brede gracht; het land grensde direct aan dat van Liauckema. Tegenwoordig staat op Latsma een boerderij met een monumentaal dwarshuis uit het midden van de 19de eeuw.
Tot zover Paul Noomen.

Volgens de vermeldingen uit de stem- en floreenkohieren op www.hisgis.nl staan in 1640 “Jr. Tjaerd van Aylva kinderen en erven” als eigenaren geregistreerd terwijl Pals Harkes de gebruiker is. Daarna worden de vermeldingen verwarrend. In 1698 staat daar namelijk als eigenaresse vermeld “Eva Jelles Ieddema weduwe van dr. Van der Sluis” en in 1728 is eigenaar en gebruiker “Ontvanger Jelle van der Sluys, Sexbierum”, ongetwijfeld zoon van de vorige eigenaren. In het floreenkohier uit het jaar 1700 staat echter op deze site vermeld dat het toen eigendom was van ene Philippes Lucas en gebruikt werd door Jan Gerbens. Heeft de weduwe de state verkocht en de zoon het later teruggekocht? Of toch een foutje op HisGis?
In de tweede helft van de 18e eeuw was Dooitse Botjes Sakema, schoolmeester te Pietersbierum, eigenaar van Latsma State. Na zijn dood, werd op 29 nov. 1786 de plaats verkocht aan Abraham de Vries, zoon van Ds. Wouter de Vries te Sexbierum voor 16.866 Caroligulden en 10 stuivers.
Daarna werd Harmanus Out Joha, zoon van Philippus Joha en kleinkind van Ds. De Vries eigenaar tot zijn dood.
Daarna werd op 23 maart 1826 de sate publiek verkocht aan de rijke notaris Jacob Wybes Hanekuyk te Harlingen voor f. 19.550,50. Het was groot: 122 pondemaat (44.82.78 ha.). Het was één van de 91 boerderijen, die deze familie in Friesland had.3)

Mr. J. Hanekuijk, Notaris te Harlingen, zal op Dinsdag den 15 April 1845, des voormiddags ten 9 ure precies, ten huize van den landbouwer Hendrik S. Houtsma, op Latsma state onder Sexbierum, voor zo verre de posten boven de ƒ 20 betreft, tegen voldoende borgstelling op 6 maanden crediet en overigens tegen dadelijke betaling, publiek verkopen:
Een best boerereeuw en beslag, bestaande uit 11 Paarden waaronder 1 Twenter, 11 Kalve Koeijen, 1 vare Koe, 4 Hokkelingen, 2 Rieren, 11 Schapen, 3 Hooiwagens, 2 Aardkarren, 2 Ploegen, 2 koperen Melkemmers, 6 koperen Aden, Tjenne, Molkenvaten, Kruiwagen, Mestplanken, eene partij Haver, Rogge en Weitsluik, 1 klamp Hooi, eene partij Roggestro en Boonschoven, 1 Kapwagen en 1 Chais, voorts Meubelen en Huisgeraden, waarbij 2 Kabinetten, 5 Bedden en toebehoren, 2 Klokken, 1 Pulpitum, Stoelen, Koper, Tin, Glas en Aardewerk en wat meer ten voorschijn zal worden gebragt.
Koekdisschen en Hakblokken zullen op de Hieminge niet worden toegelaten.

Waarschijnlijk moest toen de hele boerderij leeg om afgebroken te worden. Vervolgens liet Hanekuyk een geheel nieuwe boerderij bouwen. In 1852 kwam hier de familie Swart wonen.

SATE en LANDEN "Latsma Sate” en Het ,,Kasteeltje” met Landerijen te Sexbierum.
Notaris S. Okkinga te Harlingen zal, ten verzoeke van zijn ambtgenoot den heer M. Treub te ’s Gravenhage, op Dinsdag 10 Februari 1920, ‘s nam. 2 uur, in de herberg van Pols te Sexbierum, in het openbaar provisioneel verkoopen:
1. De uitmuntende Sate en Landen ,,LATSMA SATE” genaamd, bestaande uit kapitale, royaal ingerichte en in beste staat van onderhoud verkeerende Boerenhuizinge en aangebouwd Heerenhuis, met groote Schuur en Stalling voor 30 hoornbeesten en 8 paarden, Gierkolk, Stookhut, Tuinen, Singels, Gracht en Erf en Grond c.a. benevens diverse perceelen bijzonder beste Bouw- en Weilanden, alles zeer gunstig staande en liggende aan verharde wegen en opvaarten, te Sexbierum, tezamen ter kadastrale grootte van 52 hectaren 40 aren 10 centiaren, of 142.6 pondemaat, w.v. 119 x 36¼ are bouw- en 18¼ weiland; tot de gebruikelijke tijdstippen in de herfst van 1924 en Maart/Mei 1925 in huur bij de heer A. Swart voor f 8268,85 per jaar.
Te veilen, behoudens recht van samenvoeging, in 35 perceelen, w.o. 4 perceelen bouwterrein.
II. De mooi gelegen Huizinge, het ,,Kasteeltje” genaamd… enz.
Een en ander breed omschreven bij boekjes met kaart, die verkrijgbaar zijn ten kantoren van de notarissen voornoemd en bij den oproeper Freerk de Vries te Sexbierum.

Pachter Auke Swart werd toen eigenaar van de boerderij. Gedurende de 19e en 20e eeuw woonden en werkten hier Johannes Swart en na hem zijn zoon Auke Swart die de boerderij kocht. Vervolgens nam diens zoon Johannes Aukes Swart de boerderij over en uiteindelijk diens zoon Auke die hier in 2003 nog boer was. Hij is ook de laatste van de familie die het akkerbouwbedrijf runt, want van zijn kinderen heeft niemand voor het boerenbestaan gekozen.

In de 19e eeuw ging in huis de gerechtigheid van de pachter niet verder dan de gang. Het vooreind van de woning was van de Hanekuyks. Ze kwamen regelmatig met een rijtuig uit Harlingen naar Latsma state en beppe Swart moest dan de thee klaar hebben. Ze kwamen dan in de tuin wandelen die was afgeschoten met hoge schuttingen. Ze wilden geen pottenkijkers en geen uitzicht hebben op het boerengedoe. De tuin is veranderd in een schapenweide, maar een brede gracht toont nog aan hoe groot die tuin geweest is. Bovendien markeren zware bomen nog een korte oprijlaan.

1) Wlcke Douwez Douwema was een oomzegger van Tiepka Wlkez Douwema/Oenema die in 1511 en 1525 op Epinga in Pietersbierum woonde. Noomen en Walsweer, "Albada", 175. Zie voor de Aylva's en Latsma: Noomen en Verhoeven, "Aelua", 153
2) Aanvankelijk kwam Latsma aan Schelte Wlckesz Douma van Oenema, genaamd Latsma. Deze was getrouwd met Ymck Dekema, die hertrouwde met Hayo van Scheltema. Door naasting werd jr. Epo van Aylva in 1621 eigenaar vanwege zijn kinderen.
DJvdM: RAF, RA Barradeel Q 2, fol. 59 (1611); Q 4, fol. 47 (1621).
3) In 1832 onder Sexbierum ook Adelen (SC33), Ottema (SC8), Brantsma (SC7), SC10 en SC11; later tevens Liauckama State.

Bewoners - ? Schelte Latkama of Lawkoma op Liauckema, 1398, 1400.
- Schelte Andla Latsma, die testeert in 1550. Erfgename en nicht:
- Jets Abbe Gerlofsdr, zij trouwde (1e) met Wlcke Douuama of Oenema en (2e) met Schelte Aylva, die stierf in 1558.
Daarna was de verervingslijn: 2)
- Auck Aylva, gestorven in 1608, dochter van Jets en Schelte Aylva. Zij trouwde met Epe Aylva van Schraard. Hun dochter:
- Jets Aylva trouwde met Tiaerd Aylva op Melkema te Rinsumageest. Hij stierf in 1628.
- hun erfgenamen waren in 1640 de eigenaars, gebruiker Pals Harkes.
- 1698 Eva Jelles Ieddema weduwe van dr. Van der Sluis
- ? in 1700 is Philippus Lucas eigenaar (?) en Jan Gerben gebruiker van het 98 pondemaat grote goed belast met ƒ 24-0-0 floreenbelasting
- 1728 Jelle van der Sluys
- tot 1786 Dooitse Botjes Sakema
- vanaf 29 nov. 1786 Abraham de Vries
- Harmanus Out Joha
- vanaf 23 maart 1826 Jacob Wybes Hanekuyk
- sinds 1852 Johannes Swart pachter
- Auke Swart, eerst pachter en v.a. 1920 eigenaar
- Johannes Aukes Swart
- Auke Swart

Huidige doeleinden Op het terrein staat een landbouwbedrijf.
Opengesteld De boerderij is particulier bewoond en niet toegankelijk.
Foto's Werken aan de deels ingestorte schuur op 7 april 1943 Latsma state ca. 1990 Overzicht van noordzijde Latsma State op 9 september 2010 De noordzijde van het voorhuis van Latsma State op 9 september 2010
Zuidwestzijde van Latsma State op 9 september 2010
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website hisgis, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in:
middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
Oud Tzummarum
“De boerepleatsen en gerniershuzen út it âlde Barradiel”, K. Swart en G. Vogel, particuliere uitgave 1996
Foto 1: Google Earth
Foto 2: Dorpskrant Silhouet
Foto 3 t/m 6: Jan Leemburg