Liauckema State

Ligging Deze state is gelegen in Sexbierum (Liauckemalaan 2), gemeente Franekeradeel.

Foto van het poortgebouw op 25 oktober 2003

Ontstaan Deze state wordt al in de 14e eeuw genoemd.
Geschiedenis Volgens deel 3, band 2 van in "Merkwaardige Kasteelen in Nederland" door Jacob van Lennep en W.J. Hofdijk uit 1855, zijn de oudst bekende Liauckama's de twee neven Sicco en Eelco. Zij worden in 1097 genoemd als ze onder begeleiding van Godfried van Bouillon naar 'Het Heilige Land' gaan, om de Mohammedanen te verjagen. Eelco is daar gesneuveld en Sicco raakte gewond, maar herstelde en werd tot ridder geslagen door Godfried.
De volgende Liauckama die we kennen is de bekende abt Eelco Liauckama die op de stins werd geboren en in 1332 vermoord.
De State was eeuwenlang in het bezit van een der oudste en voornaamste Friese geslachten, de inmiddels uitgestorven Liauckema's. De lange reeks van eigenaren begint in 1398. In dat jaar wordt de stins of state bewoond door Schelte Liauckama en zijn vrouw Ebil Hibbema. Als Schelte in 1420 sterft komt de stins in bezit van diens zoon, die ook Schelte (II) heet. Bijna 60 jaar blijft de stins in zijn bezit. Op 13 april 1479 sterft hij en het huis komt in bezit van diens zoon Schelte (III). Zijn vrouw Tieth tho Nijehuis die afkomstig was van Nijehuis State te Wijnaldum behoudt echter het vruchtgebruik.

Schelte II had een testament opgesteld waarin stond, dat als zijn oudste zoon Schelte kinderloos zou sterven, dat dan het huis naar zijn tweede zoon Sicke zou gaan en bij diens kinderloos sterven naar zijn derde zoon Epo.
Schelte III trouwt met Luts Harinxma en krijgt in elk geval één zoon, die hij Sicke noemt. In 1498 werd Liauckama Stins door een bende Vetkopers in brand gestoken, maar al gauw weer bewoonbaar gemaakt en mogelijk ook wat uitgebreid, want drie jaar later woont hij weer op de state. Hij was een zeer gewaardeerde adviseur en helper van de Hertog van Saksen, die hij mee had binnegehaald om een eind te maken aan de steeds heviger en bloediger strijd tussen Schieringers en Vetkopers.
Schelte (III) sterft omstreeks 1503 en zijn zoon Sicke wordt de nieuwe eigenaar. Zijn oom Epo wordt echter als voogd benoemd, omdat hij nog minderjarig is. Epo Liauckama neemt dan echter de state gewoon in zijn bezit en gaat er wonen. Tot 1535 wordt hij op de state, maar sterft kinderloos en vermaakt het huis aan zijn achterneef Schelte, een zoon van Sicke, die zelf al in 1527 overleden is.
Een prent van Pieter Idzerts Portier uit 1741 (hij was waarschijnlijk een zoon van een van de poortwachters van Franeker) geeft het slot weer zoals het er ongeveer in de 16e en 17e eeuw uitgezien zal hebben.

Schelte van Liauckama kreeg de state van zijn oudoom in eigendom op voorwaarde dat hij met Anna van Herema zou trouwen. Dat deed hij dan ook, maar Anna overleed al in 1537 of 1538 in het kraambed. Sicke trouwde daarna met Sjouck van Martena, maar ook die stierf in het kraambed in 1547. Zijn derde vrouw was Jel van Dekema. Sicke koos in de 80-jarige oorlog de zijde van de koning van Spanje en bleef die ook trouw. Vanwege die 'foute' keus moest hij in 1574 uit Friesland vluchten en ging in de buurt van Oldenzaal wonen, waar hij in 1579 overleed. Zijn weduwe ging na zijn dood terug naar Liauckama State, waar zij op 28 november 1583 stierf.
Gelijktijdig met haar moeder woonde waarschijnlijk ook Sjouck van Liauckama na het overlijden van haar vader in 1579 op Liauckema State. Zij was inmiddels weduwe van Homme van Camstra en woonde er tot haar dood in 1599. Zij wordt opgevolgd door haar zoon Tjallingh van Camstra.
Tegen deze erfenis komt oom Jarich van Liauckama in het geweer. Met het testament van overgrootvader Schelte (II) in de hand wordt door deze jongere broer van Sjouck een proces aangespannen, dat bijna 20 jaar duurt. Jarich wordt in het gelijk gesteld door het Hof van Friesland en de weduwe van Tjallingh en hun zoon moeten het veld ruimen.

Van 1618 tot 1642 is Jarich van Liauckama eigenaar van de state. Vaak is hij er waarschijnlijk niet geweest, want hij was eerst kolonel in Spaanse dienst, later gemeensman in Groningen en daarna kommandant van Zutphen. Als hij op 84-jarige leeftijd op 24 augustus 1642 overlijdt, sterft met hem de familie Liauckame in mannelijke lijn uit. Uit zijn huwelijk met Sjouck van Cammingha bleven slechts twee dochters in leven: Jel (Juliana) en Tryn (Catharina). De oudste erft de state en woont 8 jaar in het huis. Zij trouwde met Eraert van Pipenpoy heer van Merchten en zij hadden slechts één dochter: Sophia Anna.
Sophia Anna van Pipenpoy, vrijvrouwe van Merchten, vander Poort enz. woont vanaf 1650 samen met haar eerste echtgenoot Wytze van Cammingha in de state. Als Wytze 2 jaar later sterft trouwt ze met Johan Albrecht graaf Schellard van Obbendorp. Dit huwelijk loopt uit op een scheiding door zijn wangedrag. Sophia Anna overleed kinderloos op Liauckama State op 20 november 1670. Zij laat de state na aan haar neef, zoon van haar tante Catharina, Alexander Josephus van der Laen en Merchten.

De state blijft tot 1787 in deze familie. De laatste telg uit deze familie was Maria Christina baronesse van der Laen van Liauckama. Door haar huwelijk met Ernst (Ernestus) van Ewsum, komt het huis in deze familie. Maria Christina was al vanaf 1724 eigenaresse van de state, maar verbleef op 24 augustus 1787 op de borg Lulema of Luilema te Warfhuizen bij haar dochter Maria Walburgia Electa van Ewsum, toen ze plotseling overleed. Deze dochter erft Liauckama State.
Waarschijnlijk door haar huwelijk met Balthazar George Joost van Asbeck, woonde Maria Walburgia Electa op borg Lulema, na de dood van haar moeder echter op Liauckema State tot haar dood in 1800. Omdat ze kinderloos sterft, vererft het huis op haar neef jhr. Ernestus Jodocus Rudolphus van Grotenhuis van Onstein, een zoon van haar zus Anna Maria Wilhelmina Elisabeth van Ewsum, die getrouwd was met Rudolphus Johannes Anthonius van Grotenhuis van Onstein.
Deze jonkheer was heer van Veenhuis, Sterkenburg en Rouwenberg. In 1795 was hij op Huize Onstein getrouwd met Henriëtte Arnoldina Lucia Maria van Harinxma thoe Heeg. Ondanks zijn lange naam en titel en zijn vele bezittingen zat Ernestus voortdurend in geldnood. Om aanzienlijk op de onderhoudskosten van zijn onroerend goed te besparen liet hij in 1824 Liauckama State afbreken. Alleen het poortgebouw bleef bewaard. Dat gaf financieel enige tijd wat lucht, maar toch zag hij zich in 1842 genoodzaakt ook de overgebleven boerderij met de landerijen te verkopen.

De boerderij wordt gekocht door Jacob Wiebes Hanekuyk, een steenrijke notaris uit Harlingen, die rond 1860 de bouwvallige boerderij liet afbreken en er een nieuwe boerderij voor in de plaats zette. Dat gebeurde iets verder van de slotgracht af dan de plek waar de oude boerderij stond. Op die manier kon het nieuwe woonhuis naast het oude, waarvan hij in de zomermaanden gebruik maakte, gebouwd worden. Ruim een eeuw bleef de boerderij in handen van de familie Hanekuyk.
In 1947 werd de boerderij gekocht door Rients Bruinsma, wiens vader en grootvader al sinds omstreeks 1845 pachters waren van deze boerderij. Voor hij het bedrijf aan zijn zoon overdroeg en ging rentenieren, liet Rients Bruinsma het huis bouwen dat op het vroegere stateterrein staat. De fundamenten van de state zitten nog steeds in de grond en ook de kelders zijn nooit weggehaald, maar met puin en aarde volgestort. De put in de voortuin van het huis zou volgens overlevering opgemetseld zijn op de oude put van de state.

In 1979 werd de boerderij gekocht door een mevrouw Rietveld uit Woerden. De landerijen waren al eerder verkocht aan drie neven (oomzeggers) van Rients Bruinsma die boerderijen in de nabije omgeving hadden. Mevrouw Rietveld heeft nooit op de nogal bouwvallige boerderij gewoond. Zij verkocht het gebouw in 1986 aan Gosse Bloem uit Woerden, die de boerderij door de jaren heen gerestaureerd heeft en er een restaurant, pension en zalencentrum in heeft opgezet.

Het poortgebouw rechts op de voorgrond is thans nog aanwezig. Het onderste gedeelte van de poort is opgebouwd uit secundaire kloostermoppen. In 1604 werd de poort verhoogd met kleine gele steen. De beide topgevels en de zijgevels werden voorzien van gibbegaten. (gibben zijn halfwilde duiven) Het gehele terrein met singel en gracht is nog aanwezig.
Robidé van der Aa, die de state nog vóór de sloop meermalen bezocht, schrijft daarvan in 'Oud-Nederland': 'Hoezeer kennelijk van middeleeuwse architectuur, hadden de latere bijbouwingen aan hetzelve een onregelmatig voorkomen gegeven, zijnde het huis aan de zuidzijde uitgebreider dan aan de noordzijde. Wanneer men de brug overging, die de voorburg aan het eigenlijke huis verbond, en de voordeur intrad, trok het inderdaad vorstelijke aanzien terstond de opmerkzaamheid, door de menigte wapenborden, die in dezelve waren opgehangen, terwijl de vele vertrekken, die deze burg bevatte, verder de bezigtiging overwaardig waren, als merendeels met oude schilderijen behangen, van welk de merkwaardigste echter zich in de groote zaal en een daaraan belend vertrek bevonden, als in tien taferelen de z.g. Pipenpoysche bruiloft voorstellende. De duistere en zeer ruime slotkelders, alsmede het in een der vertrekken zigtbare 'Burgverlies', getuigen nog van de magt en het aanzien der vroegere bezitters, die in de geschiedenis van Friesland eene niet onbelangrijke rol vervuld hebben.
Bewoners ca 1097 Sicco Liauckama en Eelco Liauckama (neven van elkaar)
- 1332 abt Eelco Liauckama
1398 - 1420 Schelte Liauckama en zijn vrouw Ebil Hibbema (of Hobbema)
1420 - 1479 Schelte Liauckama (II) 'de oude'
1479 - 1503 Schelte (III) Liauckama
1503 - 1535 Epo van Liauckama
1535 - 1574 Schelte van Liauckama
1579 - 1599 Sjouck van Liauckama, getrouwd met Homme van Camstra
1599 - 1618 Tjallingh van Camstra
1618 - 1642 Jarich van Liauckama
1642 - 1650 Jel (Juliana) van Liauckama, getrouwd met Eraert van Pipenpoy heer van Merchten
1650 - 1670 Sophia Anna van Pipenpoy, vrijvrouwe van Merchten, van der Poort enz.
1670 - 1702 Alexander Josephus van der Laen en Merchten
1702 - 1724 Alexander Josephus van der Laen en Merchten
1724 - 1787 Maria Christina baronesse van der Laen van Liauckama, getrouwd met Ernst van Ewsum
1787 - 1800 Maria Walburgia Electa van Ewsum (sterft kinderloos)
1800 - 1842 Jhr. Ernestus Jodocus Rudolphus van Grotenhuis van Onstein
De State wordt in 1824 afgebroken
1842 - 1947 familie Hanekuyk
1947 - 1979 Rients Bruinsma
1979 mevrouw Rietveld uit Woerden
1986 Gosse Bloem uit Woerden
Huidige doeleinden Alleen het poortgebouw is bewaard gebleven. Na 1986 is de boerderij door de jaren heen gerestaureerd en is er nu een restaurant, pension en zalencentrum in gevestigd.
Opengesteld Dit poortgebouw is vanaf de weg goed zichtbaar.
De oude boerderij is toegankelijk als restaurant en pension.
Foto's Foto van de huidige boerderij uit ca 1986 Foto van de huidige woning in de sneeuw uit ca 1990 Foto van de poort en de boerderij uit ca 1995 Foto van het poortgebouw uit ca 1990
Oude afbeelding van de State Oude tekening van de State uit 1741 door P.I. Portier Plattegrond van de State door Baas Schaaf uit 1820 Tekening van de State door Baas Schaaf uit 1824
Nog een tekening van de State door Baas Schaaf uit 1824 Derde tekening van de State door Baas Schaaf uit 1824 Oude tekening van de State door W.J. Hofdijk
Bronnen Tekst: Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa
Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979
artikel "Liauckama State" van H.M. Werner te Ede, juni 1916
Foto 1: Albert Speelman
Foto 2 t/m 5: Archief van J. Leemburg
Afb. 1: uit: Vaderlandsche Gezichten
Afb. 2: Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979
Afb. 3 t/m 6: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Afb. 7: G. van Diest