Mariënburg te Leeuwarden

Ligging Dit huis stond aan de weg "Achter de Hovingen" (nu Achter de Hoven), ten zuidoosten van Leeuwarden.

Het oude buiten omstreeks 1879, kort voor de afbraak

Ontstaan Het buiten Mariënburg ontstond tussen 1721 en 1731.
Geschiedenis In de 18e eeuw bezaten een aantal prominente Leeuwarders grotere of kleinere buitenhuizen en ‘zomerhuizen’ met fraai aangelegde hoven ten zuiden van Leeuwarden aan de landweg die voorheen de Jelgerhuisterweg heette maar inmiddels Achter de Hoven werd genoemd.
Ook Maria Louise van Hessen-Kassel, douairière (weduwe) van stadhouder Johan Willem Friso, wilde een toevlucht hebben buiten de in de warme zomermaanden behoorlijk stinkende stad in de frisse buitenlucht. Toen ze al tien jaar regentes was voor haar zoon Willem, kocht ze in 1721 voor 10.000 gulden ‘sekere voor en agter hovingen en de huijsinge met de gardinieren landen sampt boomen en plantagie met twee regels wijlige boomen … staende Agter de Hovingen van voormelde stad Leeuwarden’ van haar rentmeester Mathijs Overman.
In 1725 kocht de prinses van de weduwe van Overman ook het ernaast gelegen buiten erbij: ‘seekere huijsinge bestaende in twee kamers ijder met twee bedsteeden en bottelarie voorsien en een stallinge voor ses koeijen met put en pomp daerin, beneffens een schone tuijn en soomerhuijs cum annexis, beplant met deftige persicq, apricoos en andere schoone vrugtboomen’ en wel voor 800 gulden.
Tenslotte kocht ze van de eerste secretaris van de stadhouder, Nicolaas Arnoldi, in 1731 een ‘huijsinge ofte buitenplaats Achter de Hoven buijten de stadt Leeuwerden, bestaende in verscheijdene fraije onder en boven kamers met een grote voorplaets, poort, aparte groote keucken, waskeucken, stallingen, koetshuijs, twee regenwatersbacken etc. mitsgaders twee groote hovingen beplant met alderleije soorte van de alderbeste vruchtboomen en voorsien met groote en kleijne somerhuijsen’ voor 4.800 gulden. Dit perceel lag ten noorden en oosten van de terreinen die de prinses daar al bezat. Op deze wijze was in 1731 een buiten van ongeveer 5 hectare ontstaan dat de prinses naar zichzelf liet noemen: Mariënburg.

Voor het onderhoud van dit omvangrijke buiten nodigde Maria Louise in of omstreeks 1731 Johann Hermann Knoop, de zoon van de hovenier van haar vader vanuit Kassel uit naar Leeuwarden te komen. Knoop heeft er een samengesteld tuinengebied aangetroffen dat oorspronkelijk uit drie terreinen had bestaan. Van een achttiende-eeuws vogelvluchtgezicht (Afb. 1) is die complexiteit af te lezen. Voor het buiten lag een laan omzoomd door drievoudige bomenrijen; de achterzijde keek uit over een ronde vijver met aan vier zijden trappartijen en verderop over een promenade langs een door vormboompjes omzoomde langwerpige vijver die uitkwam op een aan de oude waterstroom de Potmarge gelegen tuinkoepel. Terzijde van het huis lag nog een ovale vijver die eveneens door vormbomen werd begeleid. Overigens bestond het tuinencomplex uit gevarieerde perkencomposities met in het gelid staande heesters en bomen of in regelmatig geordende bedden van moestuinen. Per perkengroep waren ze symmetrisch aangepakt, maar ze kregen soms verrassende onregelmatige onderlinge aansluitingen. Op de ingangspartij, geflankeerd door twee woningen, waarvan er een mogelijk door hovenier Knoop bewoond werd, volgden parterres, een bloemperkengeheel in broderiecompositie dat in een van poorten voorziene, geschoren heg besloten was en geaccentueerd werd door vormbomen. Vanaf die parterres tot aan de vleugel van het buitenhuis liep een loofgang met paviljoen. Het buitenhuis zelf bestond uit een twee bouwlagen hoog gebouw met grote kap en met vleugels; van negentiende-eeuwse tekeningen en foto’s blijkt dat de bijgebouwen los stonden en dat aan de zuidoostzijde een flinke erker uitgebouwd was die tegen het dakschild een grote veelzijdige kajuit en een groot balkon vormde.

In 1765 liet Maria Louise het buiten na aan de Hervormde Diaconie die het gebied en de gebouwen in verschillende percelen verkocht. Het overgrote deel van de tuinen kwam in handen van tuinder Bokke Doitses uit Huizum die enkele percelen doorverkocht aan collega-tuinders die meestal gardeniers werden genoemd. De lusttuinen waar voor eigen gebruik gewoonlijk ook groenten werden verbouwd en fruit werd gekweekt, veranderden geleidelijk in moestuinen voor de handel, waarmee in de tweede helft van de achttiende eeuw een nieuwe traditie in het Potmargegebied werd gevestigd.

In 1832 is een groot deel van de hoven die oorspronkelijk bij Mariënburg hoorden in handen van Pieter Cats, grootgrondbezitter, lid van de Raad van Leeuwarden en een van de vermogendste inwoners van de stad.
In 1838 werd Mariënburg door jhr. Valerius Lodewijk Vegelin van Claerbergen (1774-1844) gekocht. Vegelin was lid van de ridderschap van Friesland, oud-grietman van Haskerland en oud-lid der Staten van Friesland. Via hem kwam het buiten aan zijn zoon Pieter Benjamin Johan Vegelin van Claerbergen- eveneens lid van de Ridderschap, grietman en daarnaast lid van de Tweede Kamer èn de man, naar wie de Vegelinstraat en daarmee de Vegelinbuurt is genoemd. Pieter Benjamin was één van de rijkste inwoners van Friesland en woonde (meestal) op Heremastate te Joure.
In 1872 liet hij op het zuidelijke deel van het terrein het gasthuis voor minvermogenden “Fribourg” optrekken dat ontworpen is door een tot nu toe onbekend gebleven architect. Wie het ook geweest mag zijn, hij was stelling zeer beperkt in zijn vrijheid, omdat de ‘taal’ van de bouwheer duidelijk van het gebouw af te lezen viel. Vegelin wenste ‘zijn’ geschiedenis in het gebouw uit te drukken. Het hofje kreeg de naam “Fribourg” naar het Zwitserse plaatsje Freiburg waarvan het geslacht Vegelin van Claerbergen afkomstig zou zijn. Bovendien kreeg het de vorm van een chalet. Een balkon over de volle breedte van de voorgevel werd overhuifd door een ver doorstekende kap die opmerkelijk flauwe hellingen vertoonde.

Na zijn dood in 1879 vererfde het complex op één van zijn 14 kinderen, zijn in 1841 geboren dochter jonkvrouw Louisa Albertina Vegilin van Claerbergen die in 1863 getrouwd was met Sible Giliam Wiersma. Zij liet het oude buiten afbreken en vervangen door een statige villa.

De villa Mariënburg werd in 1905 verkocht. In 1923 werd daarin de ‘kweekschool’ (de Pedagogische Academie Mariënburg) gevestigd. Door de uitbreidingsbehoefte van de kweekschool werd deze villa in 1952 vervangen door een nieuw schoolgebouw, dat op zijn beurt in 1991 plaats maakte voor de Christelijke Scholengemeenschap Comenius. Daarbij sneuvelde ook het inmiddels reeds lange tijd leegstaande en door de scholengemeenschap verwaarloosde monumentale “Fribourg”. In de muur van het nieuwe schoolcomplex is slechts één overgebleven gevelsteen (van de drie) uit het naastgelegen ‘chalet’ met het opschrift “Fribourg” ingemetseld als een herinnering aan de rijke historie van dit gebied die iedere (bouw) historicus over de ziel krast. Jammer dat het bestuur van deze christelijke instelling niet meer piëteit heeft willen opbrengen voor de historie, cultuur en bewoners van dit stukje Leeuwarden.
Bewoners tot 1731 Nicolaas Arnoldi (zijn buitenplaats werd in feite Mariënburg)
1721 - 1765 Maria Louise van Hessen-Kassel
1765 Hervormde diaconie
1832 Pieter Cats
1838 - 1845 jhr. Valerius Lodewijk Vegelin van Claerbergen
1845 - 1879 Pieter Benjamin Johan Vegelin van Claerbergen
1879 - 1905 Jkvr. Louise Albertine Vegilin van Claerbergen
1923 - 1952 Pedagogische Academie “Mariënburg”
Huidige doeleinden Op de plek van deze buitenplaats bevindt zich nu een locatie van de Christelijke Scholengemeenschap Comenius.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Schoolcomplex 'Mariënburg' in 1963 'Fribourg' in 1968 Vogelvluchttekening door ws. de hovenier Johann Hermann Knoop uit ca 1740
Gezicht op de buitenplaats Mariënburg, door Albert Martin ca. 1875 De in 1880 gebouwde villa, olieverfschilderij uit ca. 1952 (naar afb. uit ca. 1924)
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
“Stinsen en States, adellijk wonen in Friesland”, R. Elward en P. Karstkarel, 1992
“Versmade Volkswijk”, Meindert Schroor
Website van Vegelin
Friesch Dagblad 10-02-1981
Archief J. Leemburg
Foto's 1 t/m 3: Beeldbank Historisch Centrum Leeuwarden
Afb. 1: Stinsen en States, adellijk wonen in Friesland, 1992
Afb. 2 en 3: Beeldbank Historisch Centrum Leeuwarden