Minnemahuis

Ligging Deze stadsstins stond op de hoek van de Voorstreek en de Minnemastraat, in Leeuwarden.

Hotel De Nieuwe Doelen rond 1910

Andere benaming Minnemastins
Ontstaan Wanneer de oorspronkelijke stins gebouwd werd is niet bekend, maar mogelijk al in de 12e eeuw.
Geschiedenis Op de hoek van de Voorstreek en de Minnemastraat stond tot 1960 het haast onherkenbaar verbouwde Minnemahuis.
Naast de families Cammingha en Burmania vormden de Minnema’s vrijwel zeker het derde autochtone hoofdelingengeslacht van de stad Leeuwarden, althans binnen de grachten. De Burmania’s beheersten Oldehove (Burmaniahuis) en de Cammingha’s waren eigenaren van Hoek (Amelandshuis) en een groot stuk van het noordelijke deel van Nijehove (Camminghahuis 1 of Aed Levwerd en Julius van Gheelhuis). Het territorium van de Minnema’s grensde aan het stedelijk (handels)centrum op de zuidelijke terp van Nijehove en aan de belangrijkste transportroutes naar het noorden (Ee) en Oosten (Vliet).

In 1406 wordt een Minnema vermeld die recht spreekt en in 1442 is Sipko Minnema schepen van de stad. In 1500 is Frans Minnema olderman; de hoogste baas in de stad.

Als in 1517 de bezittingen van een aantal ‘rebellen’ door Karel V in beslag worden genomen, zijn daaronder ook vele bezittingen van Pier Epes Minnema, die als één van de dissidenten geregistreerd staat. Minnemahuis te Leeuwarden is echter niet bij die in beslag genomen goederen. Dat kunnen we afleiden uit het testament van Vrouwe Luttzie Harinxma, dochter van Juw Harinxma en weduwe van Schelte Liauckama. Haar vader en haar man waren 'Heerschap te Sneek' geweest en rond die tijd was haar zoon de machthebber van die stad, die er bij de bevolking goed de wind onder had. Toen Sneek in 1514 door de Gelderse troepen werd bezet, verhuisde ze naar het Minnemahuis te Leeuwarden. Zij had het huis in 1512 geërfd van haar dochter Tryn Liauckama, weduwe van de olderman Frans Minnema, op wie het huis na de dood van haar enig kind vervallen was.
In bovengenoemd testament wordt Minnemahuis met schuur en hof benevens de landen en koegangen in de Minnema- en Galgefenne, 'bij dat Flyt' enz. tot een 'forndeel' nagelaten aan haar kleinzoon Schelte (van) Liauckama. Haar jongere kleinzoon Sicke van Liauckama erfde het ouderlijk huis èn gezag te Sneek.

Na de dood van Schelte van Liauckama in 1579 schijnt Minnemahuis eerst bewoond te zijn geweest door zijn weduwe Jel van Dekema, die vrijwel zeker ook eigenaresse was van het Dekamahuis in de Grote Kerkstraat. Na haar dood in 1583 werd Minnemahuis door haar kinderen bewoond, hoewel Schelte in zijn testament het huis als een 'forndeel' had gelegateerd aan zijn tweede zoon Sicke, die geestelijke was en vrijwel nooit in Leeuwarden kwam. In 1591 en 1592 moesten er notariële akten aan te pas komen waarin zijn broers en zussen afstand deden van hun aandeel in het huis ten gunste van Sicke. Toen hij het huis tenslotte geheel in eigendom had, liet hij het bewonen door zijn zuster Gerlant die getrouwd was met Schelte van Aebinga. Deze Schelte beheerde alle goederen van zijn zwager.
Hij deed dat blijkbaar naar volle tevredenheid, want op 25 augustus 1615 verkoopt Sicke het Minnemahuis aan Schelte. In de koopbrief wordt vermeld: "Minnemahuys met het hoff, schuiren en plaetsen vnd tegenwoordige huises gerechticheid, als oeck alle zyne stepachten van huisen, soewel de nyeuwe stepachten, die hy in t begin van t iaer 1611 van zyn hoff, plaetzen vnd schuiren had laeten verpachten, bedraegende ongefehrlick 22 goutgl. 8 st. iaerlicks, als oeck zyn olde stepachten, die hy wt die erffenis van zyn zalige olderen ontfangen hadde, soe binnen Leewerden als buiten op het Vliet; alles voor die summa van ellif duisent ses hundert car. gl.". Schelte kocht voor dat bedrag dus niet alleen een vorstelijk huis maar ook een aardig stukje (extra) inkomen uit de 'stepachten'; de jaarlijkse erfpachten voor de bouwkavels rond de Minnemahof en langs het Vliet.

Schelte van Aebinga stierf al drie jaar later, op 16 oktober 1618. Minnemahuis liet hij na aan zijn weduwe, die het nog lang heeft bewoond.
Toch schijnt zij het huis op zeker moment verkocht te hebben, want in de nalatenschap van haar zoon Schelte van Aebinga komt het huis niet meer voor. Eekhof vermeldt dat het huis in 1650 bewoond werd door een lid van de familie Scheltema en in 1670 door een telg uit het geslacht Scheltinga. Hoewel er een patriciërsfamilie Scheltema in Leeuwarden voorkomt, moet in dit geval uitgegaan worden van een naamsverwisseling en zal het huis ook in 1650 door de familie Van Scheltinga bewoond zijn.

In de 17e en 18e eeuw is het huis in het bezit van diverse personen geweest. In die periode is een groot gedeelte van de tuin aan de eigenaars van de huizen aan de Koornmarkt verkocht. Aan het eind van de 18e eeuw werd het huis gekocht en een tijdlang bewoond door Daniël de Blocq van Haersma.
Na diens dood erfde zijn dochter Wiskje van Haersma, getrouwd met Hector van Sminia, het huis. Zij verkocht het huis in 1830 aan Leendert Beugelaar, logementhouder in 'Den Wijnberg' aan de Wirdumerdijk. Die liet het huis voor veel geld tot logement ombouwen en inrichten en gaf het de naam 'De Nieuwe Doelen'. Het moet een luxe hotel geweest zijn, want Eekhoff schrijft bijna lyrisch dat het "sedert in eene lang bestaande behoefte voorzag, en velen bezoekers van deze stad gelegenheid schonk, om op eene uitmuntende wijze te worden gehuisvest".

In de jaren 80 van de 19e eeuw werd kap en zoldervloer gesloopt, waarna het pand met een verdieping werd verhoogd en van een nieuwe vlak beëindigde kap werd voorzien. Daarmee rees het huis weer als vanouds ver boven zijn belendingen uit. Nieuwe vensters en een pleisterdecoratie over het volle front gaven de buitenkant een volledig eind 19e eeuws aanzien. Geen wonder dat men het middeleeuwse karakter niet meer onderkende en het in 1960 zonder enig protest kon worden gesloopt.
Bewoners familie Minnema
1442 Sipko Minnema
eind 15e eeuw Frans Minnema
tot 1512 Tryn Liauckama, wed Frans Minnema
1512 - ? Luttzie Harinxma, wed. Schelte Liauckama
- 1579 Schelte van Liauckama
1579 - 1583 Jel van Dekema
1591 - 1615 Sicke van Liauckama, bewoner zijn zwager Schelte van Aebinga
1615 - 1618 Schelte van Aebinga
1618 - ? Gerlant van Liauckama
1650 fam. Van Scheltinga
eind 18e eeuw Daniël de Blocq van Haersma
? - 1830 Wiskje van Haersma
1830 - ? Leendert Beugelaar
Huidige doeleinden Van de stins is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Foto van het huidige huis op 16 februari 2007 Het Minnemahuis en hof op de plattegrond van J. Sems uit 1603
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
"Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden" door W. Eekhoff, 1846
"Adelshuizen in Leeuwarden" door M.W. Meijer, 1980
Foto 1: Site van Tresoar
Foto 2: Archief van J. Leemburg
Afb. 1: Archief van J. Leemburg