Rintjemastins te Hantumhuizen

Ligging Deze stins stond ten noorden van Hantumhuizen, gem. Dongeradeel, aan de weg naar Wierum.
Andere benamingen Rintjema Groot Stins, Riemkema
Ontstaan Vermoedelijk in de 14e of 15e eeuw.
Geschiedenis In de 13de eeuw worden herhaaldelijk aanzienlijke inwoners van Hantumhuizen genoemd. Zo waren rond het jaar 1200 een Hessel en Wibrand van Hantumhuizen verwant met de Leeuwarder edelen Jelgera van Jelgerhuis en Cammingha van Cambuur. In het begin van de 15de eeuw worden Thiallama huse en Ulfarda huse genoemd, tegelijk met Jield Elingha, ongetwijfeld woonachtig op Elinga. Andere adellijke huizen waren Popta en Rintjema. In 1664 werd ook Banga (FC1) als edele state aangegeven, maar een stins of middeleeuws adelshuis wordt daar niet genoemd.

Rintjema wordt in 1543 als Rynthyma zate genoemd. In 1511 verpachtte Rentske Antez te Kollum het goed aan Pybe Rentzie(ma). In 1543 werd uit dit goed een rente van vijf arentsgulden betaald aan de pastorie van Hantumhuizen.
In 1617 was Lieuwe van Wytsma op Obbema te Ee de eigenaar. Hij reserveerde bij de verpachting de "stins" voor zichzelf. Verder werden toen genoemd: een boerenhuis van 13 vakken lang, een keucken ende achterhuys en een schuur van 2 gollen groot, houtwerck in de keucken, smuijger (betegelde schouw), 't sael en de opcamer. Na een verkoop in 1676 maakte ook de nieuwe eigenaar een voorbehoud ten aanzien van het groot stins. In 1698 is Bote Roelofs eigenaar en gebruiker van het goed dat in het floreenkohier van 1700 vermeld is met een oppervlakte van 90 pondemaat waarvoor 14 gulden belasting betaald moest worden. Bote of zijn erven lijken het naderhand verkocht te hebben, want in 1728 is het eigendom van Harmen Idses die het zelf gebruikt. Daarna blijft het enkele generaties in deze familie, want in 1832 is Ids Pieters Idsinga eigenaar van de boerderij.
In de achtergevel van de oude boerderij zat een stichtingssteen met opschrift: 'Adriaantje Idses Idzenga./Ik was jong en geen besef/heb ik met vaders hulp aan dit/gebouw den eersten steen gelegd/het is God die eeuwig leeft/En ons weer een nieuwe woning geeft/I.P. Idzenga, A. B. Wynia den 2 Junij 1822’. Deze steen is nu ingemetseld in een muur bij de oprit naar de boerderij.

Op de kaart van Winsemius van 1622 en die van Schotanus van 1664 komt Rienckema als "edele state" voor. Vóór 1698 werd het land van Tjallema (FC12) bij Rintjema gevoegd. Op de topografische kaart van 1930 is de boerderij aangegeven met aan de zuid en oostzijde nog een deel van de singel. Tegenwoordig wordt het hele terrein in beslag genomen door een moderne veehouderij.

Jacob Stellingwerf maakte in 1723 een tekening van een state te Hantumhuizen die hij het onderschrift "Peyma State" meegaf. Daarop zien we een eenvoudig, langwerpig huis met trapgevels en (kruis)kozijnen met luiken. In een aanbouw bevindt zich de ingang en een vertrek met een hoog kruisvenster. In het huis zelf een vertrek met twee hoge kruisvensters met glas-in-lood en vooraan een opkamer boven een kelder. Het gebouw is deels uit het water opgetrokken en heeft een typische 15e eeuwse uitstraling.
Dit strookt echter niet met de door H.M. van den Berg vermelde bouwtijd van de Peyma State te Hantumhuizen. Die zou namelijk rond 1640 gebouwd zijn, toen deze architectuur al minstens 100 jaar uit de mode was. Dat het dan de enkele honderden meters oostelijker gelegen Ternaarder Peyma State kan zijn is ook twijfelachtig, omdat ook die state vrijwel zeker na de 15e eeuw gebouwd is en vermoedelijk in 1723 reeds was afgebroken. Vlakbij stond in 1698 echter nog het groot stins van Rintjema en uit het feit dat de eigenaar dit huis in dat jaar voor zichzelf reserveerde bij de verpachting van het goed, blijkt dat dit ook nog in welstand verkeerde. In bovenvermelde beschrijving van 1617 wordt ondermeer gewag gemaakt van een keucken ende achterhuys, houtwerck in de keucken, smuijger (betegelde schouw), ‘t sael (ontvangst-/banketzaal) en de opcamer (een per definitie boven een kelder gesitueerde kamer). Vertrekken die naadloos in de tekening van Stellingwerf passen en van een allure die passend is voor een state. Gezien de vele foutieve onderschriften onder de tekeningen van Stellingwerf mag aangenomen worden dat dit een tekening is van Rintjema Groot Stins.
Bewoners 1511 Rentske Antez te Kollum eigenaar, Pybe Rentzie(ma) gebruiker
1617 Lieuwe van Wytsma
1698 Bote Roelofs
1728 Harmen Idses
1822, 1832 Ids Pieters Idsinga
Huidige doeleinden Van de stins is niets meer terug te vinden. Op het terrein staat nu een moderne veehouderij.
Opengesteld De boerderij wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk.
Foto's De boerderij Rintjema State in 1971 Het woonhuis en deel bedrijfsgebouwen op het stateterrein (25-04-2010)
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen
De website hisgis
Foto 1: "De monumenten van geschiedenis en kunst..."
Foto 2: Jan Leemburg