Roorda en Mingia State te Grouw

Ligging Deze stinsen/states lagen ten noordwesten van Grouw, gemeente Leeuwarden, aan het Hôflân.

De bebouwing op het terrein op 8 mei 2011

Ontstaan Het goed wordt voor het eerst vermeld in 1436.
Geschiedenis "Als familienaam komt Rowarda in 1436 voor het eerst voor in relatie tot dit goed. Als toponiem komt Meynnye gued ... daer Popko Roerdtsz (Roorda) op woent in 1543 voor; in 1640 wordt de state als de drie-eenheid Groot Roorda, Clein Roorda, Minia omschreven.
De naam Roorda is oud in Idaarderadeel. Elingus Roarda de Popingha was in 1369 grietman van Idaarderadeel; in Wergea lag Oldt Roorda state (zie Oud Roorda te Wergea). De oudst geattesteerde familie Roorda in deze grietenij is echter die te Grouw. Volgens een 17de-eeuwse traditie zouden zij afstammen van de Roorda's van Tzummarum. Dit is evenwel aanwijsbaar onjuist.(1)
In 1436 was Thiarck Rowerda grietman van Idaarderadeel; hij geeft met anderen ferdban op de verkoop van een stins te Swichum en gebruikt daarbij een eigen zegel (zie stins te Swichum). Een zoon van Thiarck was waarschijnlijk Popka Rorda wth Ydaerderadeel; deze zegelde in 1477 de oorkonde over de vier Leppazijlen (zie bij Uthsma te Grouw en Haringa te Aegum). Ook in 1468 en 1479 trad hij, respectievelijk als grietman en mederechter, op in Leppa-zaken. Popcke liet drie kinderen na: Tjerck, Lieuwe en Ruurt. Tjerck was in 1502 grietman van Idaarderadeel en in 1506 dijkgraaf van de Leppa. Zijn broer Lieuwe was in 1485 hooftman op de Spycker, het steenhuis bij het klooster van Hemelum, dat als Schierings steunpunt tegen de Vetkoperse Galama's in Koudum en Bakhuizen fungeerde. Lieuwe Roorda had later een opmerkelijke carrière als zanger bij de Romeinse curie.
Als neef van Tjerck en Lieuwe Popckez wordt beschouwd Popcke (Ruurts) van Roorda, 1511 te Grouw, 1543 kerkvoogd aldaar en in 1522 grietman in Idaarderadeel vanwege de Gelderse hertog. In 1516 werden zijn goederen geconfisqueerd en aan Dirck Freercksz toegewezen.(2) Als zijn woonplaats wordt in 1543 vermeld: Meynnye gueds landen daer Popko Roerdtsz op woent. Ook later vormt Mingialand en Roordaland een geheel. Zijn zoon Carel van Roorda was politiek tegenstander van stadhouder Willem Lodewijk en stierf in 1601; Popckes andere zoon, Popcke, werd in 1580 ontvanger van de kloostergoederen.(3) Zoons van de laatste waren Abraham en Andries. Abraham was grietman van Idaarderadeel van 1626 tot 1635. Hij stierf te Leeuwarden op 22-08-1649. Hij was eigenaar en bewoner van Groot Roorda, dat in 1640 met het aangrenzende Clein Roorda en Mingia één geheel - maar gerechtigd tot drie stemmen - vormde. Het complex was 170 pondemaat groot. Bovendien was hij ondermeer eigenaar van een deel van Friesma sate in Idaard.
Erfgenamen van Abraham waren zijn neven Carel en Ruird, zoons van zijn broer Andries, hoogleraar in de logica te Franeker, 1611-1621, en rentmeester van de domeinen, 1621-1626. Carel van Roorda volgde zijn oom als grietman van Idaarderadeel in 1635 op; in 1648 woonde hij nog op Groot Roorda in Grouw, in 1652 op het door hem gebouwde aanzienlijke huis Friesma state in Idaard. Een ander "nieuw Roordahuis" was het huis in de Huzebosk in het dorp Grouw, in 1752 De Poort genoemd, met 't soogenaemde Waschhuis en zomerhuis en 't soogenaemde zaal, kelder en kelderskamer. Het poortgebouw, daterend uit 1665, bestaat nog. Op de kerkklok in Grouw van 1653 werd in het wapen van Carel van Roorda het wapen Roorda van Grouw (links) gedeeld met dat van Idaarderadeel (rechts).
Gezien de drie stemmen op Groot Roorda - Clein Roorda - Minia zal Roorda oorspronkelijk uit drie afzonderlijke sates hebben bestaan. In 1543 was de vermenging van de landerijen vermoedelijk reeds begonnen, omdat Popcke Ruurts toen op Minia woonde. Vanwege de positie van de familie in de 15de eeuw heeft op Roorda hoogstwaarschijnlijk een stins gestaan."
Tot zover Paul Noomen.

In 1640 is het goed eigendom van Abraham van Roorda, samen met de kinderen van zijn broer. Volgens het stemkohier gebruikte hij de boerderij zelf, waarbij dan als naam van het goed Groot-Roorda, Klein-Roorda en Minia is vermeld.
Het stemkohier van 1698 vermeldt Vrouw Nolckjen van Heloma, als moeder etc. van haar drie minderjarige kinderen bij wijlen kapitein Andries van Velsen voor ¾ en de heer Adrianus Bothenius te Grouw uit naam van zijn vrouw als eigenaren, met als gebruiker Jelle Sipkes. In 1728 is mevrouw Van Heloma nog steeds als moeder van haar kinderen als ‘eigenaresse’ vermeld, maar nu wordt haar man zaliger Andries Roorda van Velsen genoemd. In die tijd werd Roorda in Grouw niet meer door de eigenaars bewoond, maar aan een meijer verpacht. De Roorda's waren inmiddels in mannelijke lijn uitgestorven. Als edele state en adelyke hofstede Groot Roorda wordt het echter nog wel op de kaarten van 1664 en 1718 aangegeven, en ook in 1786 werd Roorda State nog van ouds eene schoone huizing en hoving genoemd. Op de topografische kaart van 1930 staan de namen "Roorda", "Minia" en "Lijts Roorda" vermeld bij drie verschillende boerderijen.

Noten P.N. Noomen:
(1) Genealogia Ayttana: Ruird in Tiommarum binas habuit uxores: Attam Joersma ... de Cubaerd, ex qua ... Schelto, Goffo, Johan, Sytske, Ruird; et Feddam sive Feckam Unia ex qua unicus filius Popko Roorda. Fuit haec Fetke Kemponis Unia in Beers filia. Zie ook: J. Wenning Yz, "Het handschrift Roorda. Manuscript wapenboek einde 16e of begin 17e eeuw", Nederlandsche Leeuw 4 (1886) 72-73.
(2) Dirck Freercksz was grietman van Idaarderadeel en Utingeradeel. Zijn zoon was waarschijnlijk Feicke Dircksz, in 1543 eveneens grietman. Zij waren eigenaar, resp. bewoner van Oedsma guedt (BB, 112; RGO, 37; Grouw SC11) dicht bij het dorp; niet te verwarren met Uthsma (SC7), dat in 1640 evenals Oedsma als Oetsma wordt aangeduid.
(3) Op verzoek van Carel en Popco Roorda werd in 1590 een inventaris ten sterfhuize van wijlen Bernardus Roorda gemaakt. Behalve een geschreuen cronick van Vrieslandt in francyn gebonden wordt ondermeer een koopbrief van 1 goudgulden rente uit Mijnie goedt en een koopbrief van de helft van Mynie saete genoemd. Rechterlijk archief Leeuwarden Y9 305 e.v. DJvdM.

Bewoners - ? Thiarck Rowerda, 1436 grietman van Idaarderadeel. Zoon waarschijnlijk:
- ? Popka Rorda wth Ydaerderadeel, 1477, 1479.
- Tjerck Popckez Roorda, 1502 grietman. Neef:
- Popcke (Ruurts) van Roorda, 1511, 1543, 1522 grietman. Zonen: Carel van Roorda, gest. 1601; en Popcke van Roorda, 1580. Zoon van de laatste was:
- Abraham van Roorda, grietman 1626-1635, eigenaar (1640, 1649) en bewoner (1640) Groot Roorda, gest. 1649. Neef:
- Carel (Andriesz) van Roorda, grietman 1635, in 1648 op Groot Roorda, in 1652 op Friesma state in Idaard
- Abraham van Roorda in 1640 mede-eigenaar en gebruiker
- Nolckjen van Heloma nomine liberorum en Adrianus Bothenius

Huidige doeleinden Van de states is niets meer terug te vinden, op het terrein staat een boerderij.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Een deel van de tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen Fryslân". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
"Dit was Idaarderadeel", div. auteurs, 1983
Foto 1: Archief van J. Leemburg