Ligging |
Deze stins stond in Holwerd, gemeente Dongeradeel. |
Ontstaan | Over het ontstaan van deze stins is niets bekend. |
Geschiedenis |
In de buren van Holwerd lagen enkele huizen die als "stins" worden aangeduid.
In hoeverre het om middeleeuwse gebouwen gaat, is onbekend. Wel is duidelijk
dat het ten tijde van de vaststelling van het stemcohier in 1640
aanzienlijke huizen waren: er was toen stemrecht aan verbonden. In 1640 was de grietenijsecretaris dr. Cornelius Vermees eigenaar en bewoner. Hij had dit stens huys ende langhuys, boomen ende plantagie, stecken mitsgaders leedighe plaetse inde gebuierte van Holwert, strekkende van de strate tot achter aende schipvaert in 1631 gekocht van de erfgenamen van jonker Worp van Tjessens en diens vrouw Ursel van Scheltema. Ook de opvolgende secretarissen Zacharias Huber, Gerlacus van Scheltinga en in de 18e eeuw Claes Jilles Hulshuijs woonden er. In 1640 was er reeds een 'olde huijsinge ten westen van de stins' bijgekocht en in 1647 kocht Huber een 'hoff, tuin, bomen en plantagie' ten zuiden van zijn huis, ten noorden begrensd door eigendom van Hessel van Meckema. Bij de koop van het huis in 1645 was dit omschreven als 'seeckere stins en huijsinge, sampt koecken terzijde met de plaets ende hovinge daer bij zijnde' en aandeel aan de 'put ende steige'. In 1784 verkocht een nazaat van Cl. J. Hulshuijs de 'stins inde buuren' aan Jacob Reinders Bleinsma. Het huis werd toen omschreven als een schoone, stemgeregtigde en rojale huysinge, voorsien met drie onder en drie boven camers, waaronder een groot zaale en een vertrek met een schoonen Sweedse vloer van wit albasten steenen. Het huis was weelderig ingericht en verder voorzien van een keuken, paardenstal, wagenhuis, twee putten, een duiventil, een grote hovinge en tuinen die met een ringmuur beschut waren. Onder de Bleinsma's is het gebouw in verval geraakt en gebruikt als jeneverstokerij, die in 1806 nog bestond (reëelkohier). De aanduiding 'met aandeel in de steeg en de put' en de omschrijving 'met een keuken terzijde' geeft aanleiding te vermoeden dat de stins gestaan heeft, waar nu het pand nr. 7 staat. Dat heeft nog steeds een aanbouw terzijde en grenst aan de andere zijde aan de steeg. Van middeleeuwse funderingen is momenteel geen spoor zichtbaar. |
Bewoners |
Tot 1631 erfgenamen van jonker Worp van Tiessens 1640 dr. Cornelius Vermees 1645 Zacharias Huber Gerlacus van Scheltinga Claes Jilles Hulshuijs tot 1784 fam Hulshuijs 1784 Jacob Reinders Bleinsma |
Huidige doeleinden | Van de stins is niets meer terug te vinden. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Jan Leemburg P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen De website hisgis Afb. 1: Archief Jan Leemburg |