Huis Tjessens te Holwerd

Ligging Ten zuidoosten van Holwerd (gem. Dongeradeel), tegen de grens met Waaxens, stond het huis Tjessens.

Het restant van het huis Tjessens in 1896

Ontstaan Over het ontstaan van het huis is nog niets bekend.
Geschiedenis Zoals de familie Hania (met Hania state en de sate Op Harg) en de familie Jaersma (met Jaersma state en een goed op Medwerd) onder Holwerd over meerdere belangrijke goederen beschikte die op verschillende zonen vererfden, zo had ook de familie Tjessens over twee huizen onder Holwerd: Tjessens en Hemminga.
In 1505 worden in Dongeradeel Gerrit Tiessens en Ulbe Tiessens als edellieden genoemd. Ulbe woonde op Tjessens, Gerrit of Gercke even verder, op Hemminga dichtbij het dorp. Ulbe trouwde met Syts Hania uit Holwerd; ze overleden blijkens grafschriften respectievelijk in 1512 en 1535. Ulbe was in 1511 behalve te Holwerd verder gegoed in Hogebeintum, Bornwerderhuizen c.a. (als Sypsma-erfgenaam, zie Hania te Betterwird c.a.), Waaxens, Oosternijkerk en Raard. Tjessens wordt op de verschillende kaarten als adellijk huis aangegeven.

Zijn zoon Worp was in 1551 volmacht van Westdongeradeel en stierf volgens zijn zerk in de kerk in 1558. Diens zoon Sicke speelde een rol in het begin van de opstand tegen Spanje; zijn poging Dokkum te hulp te komen mislukte en vrij kort daarna in 1572 stierf hij. Ook hij is in de kerk van Holwerd begraven. Zijn zoon Worp werd nogal eens belaagd door schuldeisers. Hij was het die in 1626 zijn zoon op het koor van de kerk te Holwerd liet begraven, doch veroordeeld werd tot herbegraving elders in de kerk.
Na Worps dood werd Tjessens nog enige tijd door enkele van zijn kinderen bewoond, onder andere Tietscke, die met Hendrick van Zuchten, een Pools edelman was getrouwd. Laatstgenoemden verkochten in 1652 de helft van de state met inbegrip van de 'huisinge, schuer, poorte, gracht ende cingel' aan Albert van Loo. Omstreeks 1670 woonde Arend van Loo er, heer van Hodenpijl.
In 1698 kan het met recht een adellijk goed genoemd worden, want het stemkohier van dat jaar vermeldt maar liefst drie adellijke eigenaren: "de heer Tjaard van Aylva grietman over Wonseradeel", "Raadsheer Idsinga" en "de heer Agge van Sixma". In 1699 heeft "de hr. jr. Tjaard baron van Aylva, grietm. over Wonseradeel" zoals hij in 1700 vermeld wordt, de beide andere eigenaren uitgekocht voor een bedrag van 9000 carolusguldens. De state werd toen omschreven als 'een heerlijke state' met "'t slot ofte adelyke huisinge ende schuire daerop staende, poorte, gracht, singel, hinxtewad, tuijn enz."

Van 1716 tot 1722 werd het slot bewoond door een dochter van Tjaard van Aylva, die met de grietman Hans Willem van Aylva gehuwd was. Na de zeer vroege dood van Hans Willem betrok het gezin van Albert A. Coenders het slot. Albert was brigadier en later generaal van de ruiterij.
In 1754 kwam het slot onder de hamer. In de verkoopbrief wordt het als volgt omschreven: 'een deftige heerenhuijsinge met elff magnifique kamers voorsien met een exelente kelderinge mitsgaders koetshuijs en stalling voor elff paarden en wijders met sijn tuijnen, vrugthovingen, singels.' Koper werd Johan Sippo van Harinxma thoe Slooten, die er tot 1799 woonde met zijn vrouw Margaretha Titia van Coenders en hun gezin. Johan Sippo was generaal-majoor en luitenant-generaal-kwartiermeester.
In het laatst van zijn leven woonde zijn zoon, Pieter Edserd, grietman van Westdongeradeel ook op het slot. Om zijn patriottische gevoelens tijdens zittingen van de Staten van Friesland (1787) werd hij korte tijd gevangen genomen. Na zijn vroegtijdige dood (1793) kwam zijn toen nog ongehuwde broer Albertus naar voren. Hij werd vrederechter in het kanton Holwerd en trouwde met jonkvrouw Anna van Sytzama.

Een ongetrouwde zwager van Johan Sippo, Willem Hendrik van Sytzama heeft als grietman over Westdongeradeel een tijdlang op Tjessens gewoond. In 1825 werd hij als grietman opgevolgd door zijn neef, Johan Sippo van Harinxma thoe Slooten. In 1818 bezocht de nieuwe koning behalve de hoofdstad van Friesland slechts de douairière Harinxma op Tjessens en de Scheltema's te Heerenveen. Op het terrein werden erepoorten opgericht.
Tjessens kwam na de dood van Johan Sippo aan Pieter Albert Vincent van Harinxma thoe Slooten. Een studiegenoot van laatstgenoemde, C. Riedel, schrijft aan de nieuwe bewoner in verschillende brieven (Fam. archief van Harinxma) over de 'grote veranderinge' en de 'gehele omvorming van het oude Tjessens'. Evenals van andere states bekend is zal hier de bovenverdieping van het huis afgebroken zijn, want Riedel spreekt er zijn vertrouwen over uit, dat het 'nog ruim genoeg' zal zijn, en in september 1853 dat het 'nu wel reeds in de nieuwe vorm bewoonbaar' zal zijn. De nieuwe vorm is te zien op een I9e-eeuwse foto van het Huis. Pieter Albert Vincent was kantonrechter te Holwerd. Toen hij in 1855 overleed, waren de dagen van het slot geteld. In 1880 was er reeds sprake van afbraak; in 1893 wordt er nog eenmaal van het Huis uit te Waaxens begraven en in 1896 wordt de afbraak van het hoofdgebouw met stalling aanbesteed (Wumkes). Ook werd er toen veel hout verkocht. Blijkens een bericht van 30 maart 1898 (Nieuw Advert.
Blad) stond er toen nog een ruïne. De laatste bosschages zijn in de jaren 1940-45 als brandstof gebruikt. De stenen toegangsdam in de gracht is thans het enige dat aan het oude slot herinnert.

Een foto van omstreeks 1896 laat een negentiende eeuwse gevel zien en een geheel gesloten zijgevel die uit de gracht oprees. Rond 1898 werd het gebouw afgebroken.
Bewoners - Ulbe Tiessens, eigenaar in 1505
- Worp van Tjessens tot 1558
- Sicke van Tjessens tot 1572
- Worp van Tjessens
- Tietscke van Tjessens en Hendrick van Zuchten
- Tietscke van Tjessens en Albert van Loo, ieder voor de helft in 1652
- Arend van Loo, bewoner in 1670
- Tjaard van Aylva, 'Raadsheer Idsinga' en Agge van Sixma in 1698 ieder 1/3
- 1699 Tjaard van Aylva alleen eigenaar van het geheel
- 1716 tot 1722 dochter van Tjaard van Aylva
- Albert A. Coenders
- Johan Sippo van Harinxma thoe Slooten en Margaretha Titia van Coenders
- Pieter Edserd van Harinxma thoe Slooten
- Albertus van Harinxma thoe Slooten en Anna van Sytzama
- Willem Hendrik van Sytzama (bewoner)
- Johan Sippo van Harinxma thoe Slooten, eigenaar en bewoner vanaf 1825
- Pieter Albert Vincent van Harinxma thoe Slooten
Huidige doeleinden De ‘nieuwe’ weg Holwerd-Dokkum doorsnijdt nu het zuidelijkste deel van het stateterrein. In de rest van het langgerekte terrein is nog iets van het grachtenpatroon te herkennen. Het terrein is onbebouwd en wordt gebruikt als weiland.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Tuinzijde van Tjessens omstreeks 1896
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen
De website hisgis
A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1960
Genealogische database van J. Leemburg
Foto 1: 'De monumenten van geschiedenis en kunst'
Foto 2: archief J. Leembu