Ligging |
De Wiarda State stond te Goutum, gemeente Leeuwarden. |
Ontstaan | De State wordt voor het eerst in de 14e eeuw genoemd. |
Geschiedenis |
Deze state werd in de late middeleeuwen bewoond door de Wiarda’s, een belangrijk
hoofdelingengeslacht. Omstreeks 1380 woonde Pybe Wiarda te Goutum en waarschijnlijk
was hij de vader van Sjoerd Wiarda. Deze laatste was in 1399, in de strijd tegen de
graaf van Holland, aanvoerder van Oostergo. Op de landdagen van Oostergo in het
nabijgelegen Barrahuis, was hij een man van groot aanzien. In 1400 moet hij hebben
meegevochten aan de kant van de Schieringers in de slag om Dokkum en om de
Camminghastins. In 1406 was hij mederechter in het gerecht ‘in der Bacuwa’, het
Leeuwarder Nieuwland, zuidwestelijk van de stad. Sjoerd had twee broers, Ids en Oene.
Ids nam de naam van zijn moeder aan en noemde zicht Ids Eminga. Hij bouwde Eminga
State op ongeveer de plek waar nu het rusthuis Aldlânstate in Leeuwarden staat. Ook
Oene kreeg zijn eigen state: Burmania State, een stukje ten westen van Eminga
State. Volgens de overlevering wisten deze broers wel van wanten, want de states Burmania, Wiarda en Eminga werden in deze volgorde ook wel Putsma State, Schenkinsma State en Drinkuitsma State genoemd. Zo komen ze zelfs voor op landkaarten. Zelfs Eekhoff vermeldt op zijn kaart uit 1847 nog de namen Putsma en Drinkuitsma in plaats van Burmania en Eminga. Tsjomme Wiarda was de laatste van zijn tak van de familie. Hij zal zich zeker niet onbetuigd hebben gelaten in de strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers. In 1457 treedt hij op als gezant van Oostergo naar de vorst van Bourgondië. Die wilde de macht over Friesland hebben en Tsjomme ging naar hem toe om de zaken te bespreken. In de zeventiger jaren van die eeuw moet hij dat nog eens hebben gedaan. Hij moet schathemeltjerijk geweest zijn en gebruikte die rijkdom om de kerk te steunen. In 1449 schonk hij het “Smeynghagoed te Birstens” (Birstum bij Akkrum) aan het Franciscaner Tertiarissenklooster te Aalzum. In 1472, het jaar dat zijn vrouw stierf, schonk hij het Syurdismagoed (Sjoerdsma sate) te Lekkum aan het Heilige Sacramentsgilde te Leeuwarden dat zorgde voor de armen. Deze schenking werd belast met diverse legaten, ondermeer eentje voor de armen van Goutum. Hij stierf in 1473 en de state vererfde op zijn achterneef Syds Eminga. In 1481 deden de Goutumers mee aan een aanval van de Schieringers op Leeuwarden, maar die mislukte. In 1498 kwamen veel voorname mannen om in een grote veldslag tegen de Leeuwarders. Daarbij was ook Doytse Wiarda. Volgens historicus Gabbema haalde de Leeuwarders “schoone buit” in Goutum. Een jaar later werden de stinsen van vooraanstaande Schieringers te Huizum, Goutum en Wirdum gesloopt door de Leeuwarders. Minne van Eminga begon in 1525 van Wiardastins een beter bewoonbaar huis te maken. Een rustiger tijd was aangebroken. Karel V was Heer van Friesland, de strijd tussen Schieringers en Vetkopers was de kop ingedrukt en de oude stinsen konden de bewoners toch niet meer beschermen tegen de kanonnen en geweren van eventuele vijanden. Minne maakte een begin van wat in de loop der tijd een grote en statige Wiarda State zou worden. Tiberius (Tjepke) Pepinus van Eminga die van 1659 tot 1733 de state bewoonde was schatrijk. Hij was eigenaar van 7 boerderijen onder Goutum, 3 onder Swichum en 2 onder Wirdum. En dat was dan alleen nog maar zijn bezit in de nabije omgeving. Nadat Tiberius Pepinus van Eminga in 1733 kinderloos was overleden, werd de state bewoond door zijn weduwe His Maria van Burmania en haar tweede echtgenoot Ulbo Sixma van Andla, die afkomstig was van Minnertsga. Later erfden de rooms-katholieke Van Cammingha’s, die afkomstig waren van Oenema State te Wirdum, de state. Ruerd Carel van Cammingha, de laatste van zijn geslacht, kon de kosten van het bewonen van een dergelijk huis niet meer opbrengen. Hij was "Luitenant Collonel ten dienste van den staat te Goutum" (TIE 069 folio 40). Toen in 1881 in de kranten advertenties verschenen waarin Wiarda State te koop werd aangeboden, heeft het Fries Genootschap nog overwogen de state aan te kopen en daarin zijn museum onder te brengen. Hoewel dit genootschap was opgericht en werd geleid door een aantal vermogende particulieren, was de aanschaf en het onderhoud ook voor hen te duur en de state ging roemloos ten onder. In juli 1881 werd de state op afbraak verkocht. Een jaar later lag alles tegen de vlakte. De kern van het complex bestond uit het 16e eeuwse ‘Groothuis’ dat twee bouwlagen hoog was en maar liefst tien raamvakken breed. Het had een hoog zadeldak tussen topgevels. Het was symmetrisch gebouwd met de deur precies in het midden, recht boven de deur een uitgebouwde dakkajuit en aan de achterzijde in het midden een traptoren die een hoge, achtzijdige, eenmaal verjongde lantaarnbekroning met een spits bezat. Tegen dit groothuis is in 1683 door de kunstlievende Tiberius van Eminga een ‘Nieuwhuis’ gebouwd. Een iets minder hoog gebouw van twee bouwlagen dat zeven raamvakken breed en drie diep was. Terzijde van het voorplein stond een flink uit de kluiten gewassen koets- en stalgebouw met een hoog schilddak. Voor het omgrachte terrein gaf een in 1636 gebouwde poort met trapgevels de entree allure. Een bezoeker die na de uitbreiding in 1683 het huis heeft beschreven, geeft een indruk van het interieur van de state. "Rondgaande zien we hier een zoldering met rood en goud beschilderde balken, daar goudleeren behang vol bolle figuren, apen, papegaaien, kinderen, bloemen en andere figuren, elders schilderstukken, meegebracht uit Italië en andere kunstwerken, verder beschilderde plafonds, deuren met brons en goud en beschilderde ruiten, met wapens van zijn geslacht. Voor zijn eerste vrouw Lutz van Ornia vond men er een toiletkamer, door hem gesticht en voorts in het oude en nieuwe gedeelte tot op dezen tijd: een groote danszaal met prachtig gestucadoord plafond, een ridderzaal met zoldering van groen en goud, een soort gerichtskamer, in geheimzinnige belijsting, een pastoorskamer met ‘de kapel’ er nevens, blauw geschilderd van boven en ter zij". |
Bewoners |
1380 Pybe Wiarda 1399 Sjoerd Wiarda -1473 Tsjomme Wiarda 1473 Syds Eminga 1511-1541 Minne van Eminga 1541-1557 diens vrouw Eelck van Jaarla 1557-1600 Minne van Eminga (zoon van vorige) 1600-1613 diens vrouw Frouck van Wytsma 1613-1627 Gerrit van Eminga en Tryn van Galama (overl. zonder kinderen) 1627-1651 Riemke van Galama, een nicht van Tryn. Trouwde met Sicke van Aebinga (overl. 1636) en hertrouwde met Syds van Eminga (overl. 1651) 1651-1659 Sicke van Eminga (zoon van Syds) en zijn vrouw Frouck van Aylva 1659-1733 Tiberius (Tjepke) Pepinus van Eminga en zijn 1e vrouw Lucia van Ornia (overl. 1703), zijn 2e vrouw Christine van der Goes (overl. 1713) en zijn 3e vrouw His Mary van Burmania 1733-1757 His Maria van Burmania en haar tweede echtgenoot Ulbo Sixma van Andla Van Cammingha’s 1757-1760 Ulbo Sixma van Andla Dan komt de state aan de Van Cammingha’s (van Oenema State te Wirdum) 1760-1770 Gerrit Ferdinand van Cammingha, neef van His Mary van Brumania, en zijn vrouw Anna Catharina Eleonora van Albada 1770-1793 Ruerd Carel van Cammingha (een jongere broer van vorige) en zijn vrouw Maria Geertruida Sellis de Fanson (overl. 1785) en daarna met zijn 2e vrouw Anna Catharina Louisa Lemper 1793-1832 Anna Maria Louisa Lemper, hertrouwde met jhr. Otto Friedrich Wilhelm von Glockmann (overl. 1816) 1832-1842 Maria Geertruidis van Cammingha, dochter van vorige, ongehuwd 1842-1881 Ruerd Carel van Cammingha, neef (oomzegger) van vorige, protestants geworden, en zijn vrouw Johanna Frederika Cornelia Egé 1881 state op afbraak verkocht 1882 state afgebroken |
Huidige doeleinden | Van de State is niets meer terug te vinden. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's |
|
Bronnen |
Tekst: J. Leemburg "Stinsen en States, adellijk wonen in Friesland" door Ronald Elward en Peter Karstkarel ‘Ljouwerteradiel’ door dr. G. Abma, 1984 De website van Tresoar Het archief van J. Leemburg Afb. 1 t/m 3: J. Leemburg Afb. 4 en 5: States en Stinsen, Adellijk wonen in Friesland, 1992 Afb. 6: J.Craandijk, Wandelingen in Nederland, 1875 - 1888 (Met dank aan G. van Diest) |